Welke groenten passen niet bij elkaar?

Groenten die liever geen buren zijn: een gids voor succesvolle moestuinplanning

Een weelderige moestuin, vol met rijke oogsten: dat is de droom van menig tuinier. Maar wist u dat de keuze van uw buurplanten een grote impact kan hebben op de groei en opbrengst van uw gewassen? Sommige groenten gedijen juist beter in elkaars gezelschap (companion planting), terwijl anderen elkaar actief tegenwerken. Laten we eens dieper ingaan op groentencombinaties die beter vermeden kunnen worden. We kijken hierbij naar zowel concurrentie om voedingsstoffen en ruimte als naar negatieve chemische interacties.

De klassieke voorbeelden, zoals aardappels met tomaten, uien of courgette, zijn alom bekend. Deze combinaties zijn echter geen willekeurige keuzes. Aardappels zijn zware voeders, die veel voedingsstoffen uit de grond opnemen. Tomaten, uien en courgette hebben ook behoefte aan een rijke bodem, wat leidt tot concurrentie. Het resultaat? Minder grote aardappels en kleinere tomaten, uien of courgettes.

Verder dan deze bekende combinaties gaat het echter vaak mis. Laten we eens kijken naar wat minder voor de hand liggende, maar eveneens problematische combinaties:

• Koolsoorten en peulvruchten: Koolsoorten (kool, broccoli, bloemkool) scheiden stoffen af die de stikstofbinding van peulvruchten (bonen, erwten, linzen) remmen. Dit heeft een negatieve invloed op de groei van beide soorten. De peulvruchten krijgen minder stikstof, terwijl de koolsoorten minder profiteren van de stikstofrijke bodem die de peulvruchten normaal gesproken zouden creëren.

• Bieten en zuurkool: Beide groenten hebben behoefte aan vergelijkbare voedingsstoffen en ruimte. Plant ze te dicht bij elkaar en ze zullen elkaar beconcurreren, wat leidt tot kleinere en minder zoete bieten en minder sappige zuurkool.

• Komkommer en basilicum (dicht op elkaar): Hoewel basilicum vaak genoemd wordt als een goede buur voor veel groenten, kan dichtbij planten van komkommer de groei van basilicum remmen door schaduwwerking en concurrentie om water. Een grotere afstand is hier wenselijk.

• Knolgewassen en bladgewassen (dicht op elkaar): Knolgewassen (aardappels, wortelen, bieten) hebben ruimte nodig om hun knollen te ontwikkelen. Bladgewassen die dichtbij geplant worden, concurreren om ruimte en voedingsstoffen, wat de ontwikkeling van de knollen belemmert.

Het vermijden van deze combinaties is geen garantie voor een perfecte oogst, maar het vermindert wel de kans op concurrentie en negatieve interacties. Een goede planning, rekening houdend met de specifieke behoeften van elke groente, is essentieel voor een succesvolle en overvloedige oogst. Experimenteer gerust, houd bij welke combinaties goed werken in uw tuin en pas uw strategie aan voor optimale resultaten!