Hoe hoog is het percentage werkgeverslasten?

De verborgen kosten van personeel: Hoeveel bedragen de werkgeverslasten eigenlijk?

Het brutoloon van een werknemer is slechts het topje van de ijsberg voor een werkgever. Naast het salaris dat op de rekening van de medewerker verschijnt, komen er aanzienlijke kosten bij in de vorm van werkgeverslasten. Deze ‘verborgen’ kosten bedragen gemiddeld tussen de 25% en 35% van het brutoloon, maar de werkelijke hoogte is afhankelijk van een complexe mix van factoren. Laten we eens dieper duiken in deze vaak misverstane kostenpost.

De belangrijkste componenten van werkgeverslasten:

De werkgeverslasten bestaan uit een aantal verschillende premies en belastingen, waaronder:

• Sociale premies: Dit is de grootste component en omvat premies voor de ziektewet (ZW), de werkloosheidswet (WW), de arbeidsongeschiktheidswet (WIA) en de premie voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) of andere pensioenfondsen. De hoogte van deze premies varieert per sector en kan afhankelijk zijn van het risico van de baan. Een bouwvakker draagt bijvoorbeeld een hoger risico op arbeidsongeschiktheid dan een kantoormedewerker, wat kan leiden tot hogere premies voor de werkgever.

• Premie Zorgverzekeringswet (Zvw): Werkgevers dragen bij aan de zorgverzekering van hun medewerkers. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het loon.

• Premie Werkhervatting Gehandicapten (WGA): Dit is een specifieke premie die de kosten dekt die gepaard gaan met het re-integreren van werknemers die arbeidsongeschikt zijn geraakt.

• Overige premies en heffingen: Afhankelijk van de sector en de aard van de werkzaamheden kunnen er nog andere premies en heffingen van toepassing zijn, zoals premies voor bepaalde bedrijfstakken of specifieke risico’s.

Waarom zo’n grote spreiding in percentages?

De grote variatie tussen 25% en 35% is niet zomaar een ruime schatting. Verschillende factoren spelen hierin een rol:

• Bedrijfsgrootte: Kleinere bedrijven betalen soms hogere premies dan grotere bedrijven, vanwege een verhoogd risico op faillissement.

• Sector: Risicovolle sectoren zoals de bouw of industrie hebben vaak hogere premies dan sectoren met een lager risico, zoals de administratieve sector.

• Arbeidsvoorwaarden: Extraatjes zoals een auto van de zaak of een uitgebreid pakket aan verzekeringen vergroten de totale kosten voor de werkgever.

• Loonhoogte: Hoewel de percentages als een percentage van het brutoloon worden uitgedrukt, kan de absolute hoogte van de lasten variëren afhankelijk van het loonniveau. Bij hogere lonen stijgt de absolute waarde van de werkgeverslasten.

Conclusie:

Werkgeverslasten zijn een aanzienlijke kostenpost die vaak over het hoofd wordt gezien. De gemiddelde 25% tot 35% van het brutoloon is een indicatie, maar de werkelijke hoogte is sterk afhankelijk van diverse factoren. Een nauwkeurige berekening vereist specifieke kennis van de betreffende sector, bedrijfsgrootte en individuele arbeidsvoorwaarden. Het is dan ook van essentieel belang dat werkgevers deze kosten goed in kaart brengen bij het opstellen van hun begroting en personeelsbeleid.