Hoeveel ademstops mag je hebben?

Hoeveel ademstops tijdens de slaap zijn te veel? Een kwestie van gradatie.

Slaap is essentieel voor onze gezondheid, maar voor miljoenen mensen wordt deze essentiële rust verstoord door slaapapneu. Deze aandoening kenmerkt zich door herhaalde ademstops of onvolledige ademhalingen tijdens de slaap. De vraag “Hoeveel ademstops mag je hebben?” is dan ook cruciaal, maar het antwoord is niet zo eenvoudig als een vast getal. Het is geen kwestie van “alles of niets”, maar veeleer een kwestie van gradatie, gebaseerd op de ernst van de aandoening.

De ernst van slaapapneu wordt bepaald aan de hand van de Apneu-Hypopneu Index (AHI). Deze index geeft het gemiddeld aantal ademstops (apneuën) en onvolledige ademhalingen (hypopneuën) per uur slaap aan. Het is belangrijk om te begrijpen dat zowel apneuën (volledige ademstops) als hypopneuën (sterk verminderde ademhalingen) bijdragen aan de AHI en tot slaapapneu kunnen leiden. Ze verstoren de slaapcyclus, leiden tot zuurstoftekort en kunnen op lange termijn ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken.

Hieronder een schematische weergave van de AHI en de bijbehorende ernst van slaapapneu:

• AHI 0-4: Normaal gesproken worden er in deze range weinig tot geen ademstops of -verminderingen waargenomen. Een lichte afwijking hoeft geen directe zorg te zijn, maar verder onderzoek kan nuttig zijn.
• AHI 5-15: Lichte slaapapneu. Hoewel de symptomen misschien mild zijn, kan deze range al leiden tot verstoring van de slaap en vermoeidheid overdag. Behandeling wordt vaak aanbevolen om verdere complicaties te voorkomen.
• AHI 15-30: Matige slaapapneu. De symptomen zijn hier duidelijker aanwezig en kunnen leiden tot ernstige vermoeidheid, concentratieproblemen, hoofdpijn en een verhoogd risico op andere gezondheidsproblemen. Behandeling is sterk aanbevolen.
• AHI > 30: Ernstige slaapapneu. Dit duidt op een aanzienlijke verstoring van de ademhaling tijdens de slaap en kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten, beroerte en diabetes. Een onmiddellijke behandeling is essentieel.

Het is belangrijk te benadrukken dat deze classificatie een gemiddelde weergeeft. Een enkele nacht met een hoge AHI hoeft niet direct op ernstige slaapapneu te wijzen, terwijl een lage gemiddelde AHI nog steeds indicatief kan zijn voor problemen als de symptomen overdag aanwezig zijn. Een diagnose wordt gesteld op basis van een slaaponderzoek (polysomnografie), waarin de ademhaling, hartslag en hersenactiviteit tijdens de slaap nauwkeurig worden gemonitord.

Kortom, het antwoord op de vraag hoeveel ademstops “te veel” zijn, is niet een enkel getal, maar hangt af van de gemiddelde AHI over een periode en de aanwezigheid van bijbehorende symptomen. Bij twijfel is het raadzaam om contact op te nemen met een arts of slaapspecialist. Zij kunnen de ernst van de situatie bepalen en een passend behandelplan opstellen.