Kan je zomaar een paniekaanval krijgen?

1 weergave

Paniekaanvallen ontstaan niet alleen door acute schrikreacties, zoals bij een ongeval. Ze kunnen ook spontaan optreden, getriggerd door situaties als overvolle ruimtes of voortdurende stress en uitputting. De angst hoeft niet altijd een directe, objectieve oorzaak te hebben.

Opmerking 0 leuk

Kan je zomaar een paniekaanval krijgen? Ja, en hier is waarom.

De beelden zijn vaak dramatisch: iemand die hyperventileert, hartkloppingen krijgt, duizelig wordt en de controle lijkt te verliezen. Een paniekaanval. We associëren dit vaak met acute, levensbedreigende situaties. Maar kan je zomaar, zonder duidelijke aanleiding, een paniekaanval krijgen? Het antwoord is ja. En het begrijpen van waarom is cruciaal om de angst te overwinnen.

De populaire opvatting is dat paniekaanvallen enkel ontstaan als reactie op een direct gevaar, zoals een auto-ongeluk of een inbraak. Hoewel dit zeker kan voorkomen – een acute stressreactie – is het slechts een deel van het verhaal. Paniekaanvallen kunnen zich ook spontaan manifesteren, zonder duidelijke, objectieve trigger. Dit maakt ze bijzonder verontrustend voor degene die ze ervaart.

De oorzaak van deze spontaan optredende aanvallen is complex en niet altijd volledig te achterhalen. Onderzoek wijst op een interactie tussen verschillende factoren:

  • Genetische predispositie: Een familiaire aanleg voor angststoornissen kan de kans op paniekaanvallen verhogen. Dit betekent niet dat je er automatisch aan zult lijden, maar het maakt je wel kwetsbaarder.

  • Biologische factoren: Een disbalans in neurotransmitters, zoals serotonine en norepinephrine, in de hersenen wordt in verband gebracht met paniekaanvallen. Dit kan leiden tot een overmatige activiteit in het autonome zenuwstelsel, resulterend in de fysieke symptomen die kenmerkend zijn voor een paniekaanval.

  • Psychologische factoren: Chronische stress, uitputting, slaapproblemen en perfectionisme kunnen de drempel voor het ontstaan van een paniekaanval verlagen. Ook negatieve gedachtenpatronen en een angst voor de angst zelf (angst voor paniekaanvallen) spelen een belangrijke rol. Situaties die overweldigend aanvoelen, zoals drukke plekken of sociale interacties, kunnen dit proces verder versnellen.

  • Levensgebeurtenissen: Hoewel niet altijd de directe trigger, kunnen ingrijpende gebeurtenissen, zoals verlies, trauma of grote veranderingen, de kans op het ontwikkelen van paniekaanvallen verhogen. Deze gebeurtenissen kunnen een onderliggende kwetsbaarheid blootleggen.

Het is dus niet zo dat je ‘zomaar’ een paniekaanval krijgt uit het niets. Er zijn altijd onderliggende factoren, vaak een combinatie van bovenstaande elementen, die bijdragen aan het ontstaan. Het ontbreken van een duidelijke, objectieve trigger maakt het echter niet minder reëel of minder beangstigend. Het is juist dit aspect dat de noodzaak benadrukt van professionele hulp bij het begrijpen en behandelen van paniekaanvallen. Therapie, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), kan je leren omgaan met de angst en de onderliggende oorzaken aan te pakken.

Het is belangrijk te onthouden dat je niet alleen bent. Veel mensen ervaren paniekaanvallen, en er is hulp beschikbaar. Als je regelmatig paniekaanvallen hebt, zoek dan professioneel advies bij een huisarts of psycholoog.