Is scheiding dringend eigen gebruik?

0 weergave

Dringend eigen gebruik vereist dat de verhuurder, of een nauw verwante derde, het gehuurde onmiddellijk nodig heeft voor eigen bewoning. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij verlies van de eigen woning door bijvoorbeeld een scheiding of een onvoorziene gebeurtenis die onmiddellijke huisvesting noodzakelijk maakt.

Opmerking 0 leuk

Scheiding en dringend eigen gebruik: Een juridisch mijnenveld

Een scheiding is een emotioneel zware periode, en het vinden van nieuwe woonruimte kan die periode nog complexer maken. De mogelijkheid van ‘dringend eigen gebruik’ door de verhuurder biedt dan misschien een uitkomst, maar is juridisch gezien een mijnenveld. Het is essentieel om te begrijpen wat dit begrip precies inhoudt en wat de gevolgen zijn.

Dringend eigen gebruik (DEG) is een uitzondering op het recht van de huurder op voortzetting van de huurovereenkomst. Het geeft de verhuurder de mogelijkheid de huurovereenkomst vroegtijdig te beëindigen, mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan. Cruciaal is dat de verhuurder, of een nauw verwante derde (bijvoorbeeld een ouder of kind), de woning onmiddellijk nodig heeft voor eigen bewoning. Een scheiding kan een dergelijke situatie scheppen, maar dit is niet automatisch voldoende voor DEG.

Wat maakt een scheiding een geldige reden voor dringend eigen gebruik?

Het is niet genoeg dat de verhuurder door een scheiding een nieuwe woning nodig heeft. De rechter beoordeelt de situatie streng. Volgende elementen zijn doorslaggevend:

  • Onmiddellijke noodzaak: De noodzaak aan een nieuwe woning moet acuut zijn. Een geplande verhuizing na een scheiding, met voldoende tijd om alternatieven te zoeken, is niet voldoende. De rechter zal kijken naar de specifieke omstandigheden, zoals de beschikbaarheid van andere woonruimte en de timing van de scheidingsprocedure.
  • Nauwe verwantschap (indien van toepassing): Als de woning nodig is voor een nauw verwant familielid, moet die verwantschap worden aangetoond en moet de noodzaak voor die persoon eveneens onmiddellijk zijn.
  • Alternatieven: De verhuurder moet aantonen dat er geen redelijke alternatieven zijn. Heeft hij/zij andere mogelijkheden om aan huisvesting te komen? Beschikt hij/zij over voldoende middelen om andere woonruimte te huren of te kopen?
  • Goede trouw: De verhuurder moet te goeder trouw handelen. Het is niet toegestaan om misbruik te maken van de DEG-regeling, bijvoorbeeld om een hogere huurprijs te kunnen vragen voor een nieuwe huurder.

De gevolgen van een succesvolle DEG-procedure:

Indien de rechter de vordering tot ontruiming gebaseerd op DEG toewijst, heeft de huurder recht op een redelijke opzegtermijn en vaak ook op een vergoeding voor de geleden schade, zoals verhuis- en zoekkosten. De hoogte van de vergoeding hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval.

Conclusie:

Een scheiding kan wel degelijk een grond vormen voor dringend eigen gebruik, maar dit is allesbehalve automatisch. De verhuurder draagt de zware bewijslast om de onmiddellijke en acute noodzaak aan te tonen, rekening houdend met alle relevante omstandigheden. Zowel verhuurder als huurder dienen zich te laten bijstaan door een jurist om hun rechten te beschermen tijdens dit complexe proces. Een voortijdige juridische consultatie is sterk aanbevolen om mogelijke conflicten te voorkomen en de beste strategie te bepalen.