Hoe komt het dat ik weinig plas heb?

Waarom plas ik zo weinig? Mogelijke oorzaken en wat je kunt doen

Heb je het gevoel dat je minder vaak naar het toilet moet dan normaal, of dat je urineproductie aanzienlijk is afgenomen? Het kan een oncomfortabel gevoel geven en de vraag oproepen: “Waarom plas ik eigenlijk zo weinig?”. Er zijn verschillende factoren die hieraan kunnen bijdragen, en het is belangrijk om te onderzoeken wat de mogelijke oorzaak is in jouw specifieke situatie.

De meest voorkomende oorzaak: Onvoldoende vochtinname

De meest voor de hand liggende, en vaak de meest voorkomende, reden voor weinig plassen is een tekort aan vocht in je lichaam. Ons lichaam heeft water nodig om te functioneren, en urine is een van de manieren waarop het afvalstoffen kwijtraakt. Als je niet genoeg drinkt, zal je lichaam proberen vocht vast te houden, wat resulteert in minder urineproductie.

• Vooral bij warm weer is dit belangrijk: Tijdens warme dagen transpireer je meer, waardoor je lichaam meer vocht verliest. Je zult dan ook meer moeten drinken om dit verlies te compenseren en een gezonde urineproductie te behouden.

Andere mogelijke oorzaken:

Hoewel onvoldoende vochtinname de meest voorkomende boosdoener is, zijn er ook andere factoren die een rol kunnen spelen:

• Medicatie: Sommige medicijnen, zoals diuretica (plaspillen), kunnen paradoxaal genoeg leiden tot minder urineproductie overdag. Dit komt omdat ze de urineproductie in eerste instantie stimuleren, maar het lichaam vervolgens probeert dit tekort te compenseren door minder water uit te scheiden. Andere medicijnen kunnen ook een effect hebben op de nieren en de urineproductie.
• Nierproblemen: Nierproblemen, zoals nierfalen of een nierinfectie, kunnen de urineproductie beïnvloeden. In ernstige gevallen kan dit leiden tot een aanzienlijke vermindering van de urineproductie of zelfs tot complete afwezigheid van urine.
• Hartfalen: Hartfalen kan ervoor zorgen dat de nieren minder goed doorbloed worden, wat de urineproductie kan verminderen.
• Uitdroging: Naast onvoldoende drinken kan uitdroging ook veroorzaakt worden door braken, diarree, overmatig zweten of koorts.
• Urineleiderblokkade: Een blokkade in de urineleider, bijvoorbeeld door een niersteen, kan de urineafvoer belemmeren en leiden tot minder plassen.
• Specifieke medische aandoeningen: Sommige medische aandoeningen, zoals diabetes insipidus, kunnen invloed hebben op de urineproductie.

Specifieke situaties: Hoge dwarslaesie en lage bloeddruk

In specifieke situaties, zoals bij een hoge dwarslaesie en lage bloeddruk, kan het urineproductiepatroon verstoord raken. In dit geval kan het voorkomen dat de nachtelijke urineproductie toeneemt, terwijl overdag juist minder urine wordt geproduceerd. Dit kan te maken hebben met veranderingen in de regulatie van hormonen die de urineproductie beïnvloeden en met de verminderde controle over de blaasfunctie.

Wat kun je zelf doen?

• Zorg voor voldoende vochtinname: Drink gedurende de dag voldoende water, thee, of andere gezonde dranken. Een goede indicatie is de kleur van je urine: deze hoort lichtgeel te zijn.
• Let op de signalen van je lichaam: Luister naar je dorstgevoel en drink wanneer je dorst hebt.
• Vermijd overmatige consumptie van cafeïne en alcohol: Deze stoffen kunnen een uitdrogend effect hebben.
• Raadpleeg een arts: Als je ondanks voldoende drinken nog steeds weinig plast, of als je andere symptomen ervaart zoals pijn bij het plassen, bloed in de urine, of zwelling van de benen en enkels, is het belangrijk om een arts te raadplegen. Een arts kan de oorzaak van het probleem achterhalen en een passende behandeling voorschrijven.

Conclusie:

Weinig plassen kan verschillende oorzaken hebben, van een simpele onvoldoende vochtinname tot meer complexe medische aandoeningen. Door voldoende te drinken en alert te zijn op de signalen van je lichaam, kun je vaak het probleem zelf verhelpen. Echter, in sommige gevallen is het belangrijk om professionele medische hulp te zoeken om de oorzaak te achterhalen en een passende behandeling te krijgen. Wacht niet te lang met het raadplegen van een arts als je je zorgen maakt over je urineproductie.