Kun je met 3 onvoldoendes over?

Kun je over met drie onvoldoendes? De complexe rekensom van je cijferlijst

De vraag of je kunt overgaan met drie onvoldoendes is geen simpele ja/nee kwestie. Het hangt af van een aantal cruciale factoren, die veel verder gaan dan alleen het aantal onvoldoendes. Hoewel de algemene regel vaak luidt dat je maximaal drie onvoldoendes mag hebben, is deze regel alleen op zichzelf onvoldoende. Er zijn namelijk belangrijke nuances die het succes van een schooljaar bepalen.

Laten we eens dieper ingaan op de valkuilen van een cijferlijst vol onvoldoendes. De regel van ‘maximaal drie onvoldoendes’ is vaak een vereenvoudigde weergave van een complexer systeem. Scholen hanteren vaak aanvullende regels, die sterk kunnen variëren per schooltype en leerjaar. Deze aanvullende regels specificeren vaak:

• Kernvakken: Een veelvoorkomend criterium is het beperken van onvoldoendes in kernvakken zoals Nederlands, Engels en Wiskunde. Je mag wellicht wel drie onvoldoendes hebben, maar slechts één daarvan mag in een van deze kernvakken zitten. Het hebben van twee onvoldoendes in wiskunde en één in een ander vak leidt dus tot een andere conclusie dan drie onvoldoendes verspreid over andere vakken.

• Gemiddelde cijfer: Ongeacht het aantal onvoldoendes, is het gemiddelde cijfer over alle vakken doorslaggevend. Een school kan bijvoorbeeld stellen dat je, zelfs met slechts twee onvoldoendes, niet overgaat als je gemiddelde cijfer onder de 5,5 of 6 blijft. Een hoog cijfer in een vak kan een lage score in een ander vak dus compenseren.

• Individuele beoordeling: In sommige gevallen is er ruimte voor een individuele beoordeling. De mentor of decaan kan de totale situatie bekijken, rekening houdend met bijvoorbeeld inzet, progressie en bijzondere omstandigheden. Een leerling die consistent zijn best doet en een duidelijke verbetering laat zien, kan ondanks drie onvoldoendes toch de kans krijgen om over te gaan.

Conclusie: De mogelijkheid om over te gaan met drie onvoldoendes is dus niet eenduidig vast te stellen. De precieze regels zijn afhankelijk van de school, het schooltype, het leerjaar en zelfs de individuele omstandigheden. Het is daarom cruciaal om de regels van je eigen school nauwkeurig te raadplegen, en bij twijfel contact op te nemen met je mentor, decaan of docenten. Vertrouw niet blindelings op algemene regels; die kunnen misleidend zijn en je een vals gevoel van veiligheid geven. Een open en eerlijke communicatie met de school is de beste manier om je kansen op overgaan te maximaliseren.