Wat is de 5,5 regel eindexamen?

De mythe van de 5,5-regel voor het eindexamen

Veel leerlingen horen over de “5,5-regel” voor het eindexamen, maar deze regel bestaat officieel niet. Er is geen harde eis dat het gemiddelde cijfer van je centrale examens precies een 5,5 of hoger moet zijn om te slagen. De werkelijkheid is genuanceerder en hangt af van het zogenaamde compensatiesysteem.

Wat wel klopt, is dat er een regel bestaat rondom onvoldoendes. Op het havo en vwo mag je maximaal één 5 halen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Dit geldt voor de eindcijfers, die bestaan uit een combinatie van je schoolexamencijfers en je centraal examencijfer. Dit is vastgelegd sinds 1 augustus 2011 voor het havo en 1 augustus 2012 voor het vwo.

Het compensatiesysteem werkt als volgt:

• Lage cijfers compenseren: Je kunt een lager cijfer voor een vak compenseren met hogere cijfers voor andere vakken. De precieze compensatieregels verschillen per niveau (vmbo, havo, vwo) en zijn te vinden in de examendocumenten van het College voor Toetsen en Examens (CvTE).
• Kernvakken: De kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) hebben een zwaarder gewicht in het compensatiesysteem. Een onvoldoende voor een kernvak is moeilijker te compenseren dan een onvoldoende voor een ander vak.
• Geen gemiddeld cijfer: Het gaat niet om een vast gemiddelde, maar om de combinatie van alle cijfers en hoe deze elkaar compenseren volgens de regels van het CvTE. Een 5,5 gemiddeld is dus geen garantie voor slagen, en een lager gemiddeld kan soms wel voldoende zijn.

Conclusie: De “5,5-regel” is een misvatting. Focus niet op een specifiek gemiddeld cijfer, maar zorg voor voldoende hoge cijfers voor alle vakken, let extra op de kernvakken en raadpleeg de officiële examendocumenten van het CvTE voor de precieze compensatieregels. Daar vind je de actuele informatie over slagen en zakken.