Wat is de normering van de Wiscat?

De Wiscat-Pabo Rekentoets: Normering en wat het betekent

De Wiscat-Pabo rekentoets is een belangrijke drempel voor aankomende pabo-studenten. Het succesvol afronden van deze toets is essentieel voor toegang tot de opleiding. Maar wat houdt de normering precies in? En wat betekent een bepaalde score?

De toets zelf meet het rekenniveau van de kandidaat. Het is niet zozeer de absolute hoeveelheid goed beantwoorde vragen die telt, maar de totaal behaalde score, uitgedrukt in punten. Die score wordt vervolgens vertaald naar een cijfer en een referentieniveau. Cruciaal is dat een score van minimaal 103 punten, oftewel een 5,5, vereist is om de toets te halen.

Dit cijfer van 5,5 komt overeen met referentieniveau 3F. Dit niveau situeert zich op het niveau van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het havo. Het betekent dat je over voldoende rekenvaardigheden beschikt om de uitdagingen van de pabo-opleiding het hoofd te bieden. De toets is specifiek ontworpen om te meten of je de rekenvaardigheden beheerst die nodig zijn voor het toekomstige werk als leerkracht in het basisonderwijs.

Een score lager dan 103 punten betekent dat je de toets niet hebt gehaald. Dit betekent niet automatisch dat je geen geschikte kandidaat bent voor de pabo, maar het duidt er wel op dat je rekenvaardigheden verder ontwikkeld dienen te worden alvorens je aan de opleiding kunt beginnen. In zulke gevallen is het raadzaam om extra rekenhulp te zoeken en de toets op een later moment opnieuw te maken. Er zijn diverse mogelijkheden om je rekenvaardigheden te verbeteren, zoals cursussen, online oefenmaterialen en persoonlijke begeleiding.

Samenvattend: de normering van de Wiscat-Pabo rekentoets is helder: 103 punten (5,5) of hoger is vereist voor een geslaagde toets. Dit komt overeen met referentieniveau 3F, een niveau dat aantoont dat je over de benodigde rekenvaardigheden beschikt voor een succesvolle pabo-opleiding. Een lager cijfer vereist verdere ontwikkeling van je rekenvaardigheden.