Welke 12 leerlijnen zijn er?

9 weergave

Twaalf fundamentele motorische leerlijnen worden onderscheiden: evenwicht, klimmen, zwaaien, rotaties, springen, lopen, nauwkeurigheid, manipulatie, balvaardigheid, snelheid/reactie, worstelen en ritmische beweging. Deze ontwikkelen diverse vaardigheden via specifieke bewegingsvormen.

Opmerking 0 leuk

De twaalf fundamentele motorische leerlijnen: bouwstenen van beweging

Beweging is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. Niet alleen voor hun fysieke gezondheid, maar ook voor hun cognitieve en sociale groei. De basis van deze bewegingen wordt gelegd door het beheersen van fundamentele motorische vaardigheden. Deze vaardigheden worden geclusterd in zogenaamde leerlijnen, wélbepaalde bewegingscategorieën die elk een spectrum aan vaardigheden omvatten. We onderscheiden twaalf fundamentele motorische leerlijnen:

1. Evenwicht: Deze leerlijn omvat het vermogen om het lichaam stabiel te houden in diverse posities, zowel statisch (stilstaan op één been) als dynamisch (lopen over een balk). Het ontwikkelen van evenwicht is cruciaal voor vele andere motorische vaardigheden.

2. Klimmen: Klimmen vereist kracht, coördinatie en probleemoplossend vermogen. Kinderen leren verschillende technieken om zich omhoog te trekken, te klauteren en hun lichaam te positioneren. Deze leerlijn stimuleert de ontwikkeling van spierkracht en lichaamsschema.

3. Zwaaien: Zwaaien, bijvoorbeeld met een touw of een stok, vereist ritme, coördinatie van armen en benen en beheersing van de zwaaibeweging. Deze leerlijn draagt bij aan de ontwikkeling van kracht, timing en ruimtelijk inzicht.

4. Rotaties: Het uitvoeren van rotaties, zoals draaien om de eigen as of salto’s, vereist een sterk evenwicht, coördinatie en ruimtelijk bewustzijn. Deze leerlijn bevordert de ontwikkeling van proprioceptie (het gevoel voor de positie van het lichaam in de ruimte).

5. Springen: Springen, in al zijn variaties (verspringen, hoogspringen, hinkelen), ontwikkelt spierkracht, explosiviteit en coördinatie. Het beheersen van verschillende springtechnieken verbetert de lichaamscontrole en het ritmegevoel.

6. Lopen: Hoewel het lopen vaak als vanzelfsprekend wordt gezien, is het een complexe vaardigheid die continue verfijning vereist. Deze leerlijn omvat verschillende looptechnieken, zoals rennen, slalommen en achteruit lopen.

7. Nauwkeurigheid: Deze leerlijn richt zich op het vermogen om bewegingen precies uit te voeren, zoals mikken en gooien op een doel. Het ontwikkelt de hand-oog coördinatie en de fijnmotoriek.

8. Manipulatie: Manipulatie omvat het hanteren van voorwerpen, zoals vangen, gooien, rollen en werpen. Deze vaardigheid is essentieel voor diverse sporten en dagelijkse activiteiten.

9. Balvaardigheid: Balvaardigheid is een specifieke vorm van manipulatie, gericht op het beheersen van balspellen. Het vereist coördinatie, timing en nauwkeurigheid.

10. Snelheid/Reactie: Deze leerlijn focust op de snelheid van bewegingen en de reactietijd op externe stimuli. Het trainen van snelheid en reactie is belangrijk voor vele sporten en dagelijkse situaties.

11. Worstelen: Worstelen bevordert kracht, uithoudingsvermogen, coördinatie en het vermogen om tegenstand te overwinnen. Deze leerlijn draagt bij aan de ontwikkeling van zelfvertrouwen en probleemoplossend vermogen.

12. Ritmische beweging: Deze leerlijn omvat het bewegen op muziek of een bepaald ritme. Het ontwikkelt het ritmegevoel, coördinatie en de expressiviteit.

Het beheersen van deze twaalf leerlijnen vormt de basis voor een brede waaier aan motorische vaardigheden en is cruciaal voor de algehele ontwikkeling van een kind. Een gevarieerde aanpak in de motorische ontwikkeling, die deze leerlijnen alle de kans geeft zich te ontwikkelen, is dan ook van groot belang.