Waarom is vliegen duurder geworden?

Waarom je portemonnee bloedt in het vliegtuig: De rol van de vliegbelasting

Een weekendje weg naar Barcelona, een zakenreis naar Londen, of die langverwachte vakantie naar een zonnig eiland – vliegen is vaak een noodzakelijk kwaad, maar de laatste tijd vooral een prijzig genoegen. Veel reizigers vragen zich af: waarom zijn vliegtickets zo duur geworden? Een blik op de economische analyses wijst naar een duidelijke culprit: de vliegbelasting.

Hoewel factoren zoals de stijgende brandstofprijzen en de toegenomen vraag zeker een rol spelen, werpt een recent onderzoek van ING Research, gebaseerd op data van het CBS, een scherp licht op de impact van de vliegbelasting. Deze belasting, die in 2021 werd ingevoerd, is sindsdien aanzienlijk gestegen. Van een initieel bedrag van €7,95 per ticket is deze inmiddels opgelopen tot €29,05.

Deze forse verhoging is niet zonder gevolgen. ING Research concludeert dat de vliegbelasting de belangrijkste drijfveer is achter de stijgende ticketprijzen. Simpel gezegd: bijna dertig euro extra per ticket telt hard aan, vooral voor gezinnen of frequent flyers.

Het effect van de vliegbelasting is tweeledig. Aan de ene kant wordt het vliegen direct duurder voor de consument. Aan de andere kant kan het indirect ook de concurrentiepositie van Nederlandse luchthavens aantasten. Reizigers kunnen geneigd zijn om alternatieve luchthavens in buurlanden te overwegen, waar de vliegbelasting wellicht lager is of zelfs ontbreekt.

Hoewel de intentie achter de vliegbelasting, namelijk het stimuleren van duurzamer reizen en het financieren van groene initiatieven, wellicht nobel is, laat de realiteit zien dat de impact op de portemonnee van de reiziger aanzienlijk is. Of de vliegbelasting de beoogde duurzaamheidsdoelen bereikt en of de economische effecten acceptabel zijn, blijft een onderwerp van discussie. Eén ding is zeker: de prijs van vliegen is er niet goedkoper op geworden.