Hoe bereken je de kostprijs van een uurloon?

De ware kostprijs van een uurloon: meer dan alleen het salaris

Het lijkt simpel: deel het bruto maandsalaris door het aantal gewerkte uren en je hebt de kostprijs per uur. Maar deze berekening geeft een onvolledig, en vaak misleidend, beeld van de werkelijke kosten van een medewerker. Om een accurate kostprijs per uur te bepalen, moeten we verder kijken dan alleen het bruto salaris.

De basisberekening, zoals vaak wordt aangehaald, is inderdaad het bruto maandsalaris delen door het aantal gewerkte uren in een maand. Een fulltime medewerker werkt gemiddeld 173,33 uur per maand (gebaseerd op een 40-urige werkweek en rekening houdend met vakantiedagen). Als een medewerker bijvoorbeeld €2500 bruto per maand verdient, bedraagt de basis uurkostprijs €2500 / 173,33 = €14,42 (afgerond).

Maar dit is slechts het topje van de ijsberg. Deze berekening negeert de aanzienlijke bijkomende kosten die een werkgever draagt. Deze “werkgeverslasten” verhogen de werkelijke kostprijs per uur aanzienlijk. Deze kosten omvatten:

• Sociale zekerheidsbijdragen: Werkgevers betalen premies voor werknemersverzekeringen zoals WW, ZW en WIA. Het percentage verschilt per sector en de hoogte van het salaris.
• Pensioenpremie: De werkgever draagt vaak bij aan het pensioenfonds van de werknemer.
• Vakantiegeld: Het vakantiegeld is een extra betaling die bovenop het salaris komt, en moet dus meegenomen worden in de berekening.
• Overige secundaire arbeidsvoorwaarden: Dit kan variëren van reiskostenvergoedingen, ziektekostenverzekeringen (collectieve regelingen), bonusregelingen tot opleidingsbudgetten en bedrijfsfitness.
• Administratieve kosten: De kosten voor salarisadministratie, personeelsbeheer en andere administratieve taken gerelateerd aan de werknemer.

Om de werkelijke kostprijs per uur te berekenen, moeten al deze extra kosten worden toegevoegd aan het bruto jaarsalaris. Vervolgens wordt dit totale bedrag gedeeld door het totale aantal gewerkte uren in een jaar (bijvoorbeeld 173,33 uur/maand x 12 maanden = 2080 uur).

Een voorbeeld: Stel dat naast het bruto jaarsalaris van €30.000, de werkgever nog €10.000 aan werkgeverslasten draagt. Dan bedragen de totale jaarlijkse kosten €40.000. De werkelijke kostprijs per uur wordt dan €40.000 / 2080 uur = €19,23. Dit is een aanzienlijk verschil ten opzichte van de initiële schatting van €14,42.

Conclusie: De simpele berekening van bruto salaris gedeeld door gewerkte uren geeft een onvolledig en vaak onderschat beeld van de werkelijke kostprijs van een medewerker per uur. Voor een accurate berekening is het essentieel om alle werkgeverslasten en secundaire arbeidsvoorwaarden mee te nemen. Alleen dan kan een weloverwogen beslissing worden genomen over de personeelskosten en de rentabiliteit van de onderneming.