Hoe maak je een batch in Photoshop?

Batchverwerking in Photoshop: Efficiënt werken met meerdere bestanden

Photoshop is een krachtig programma, maar het handmatig toepassen van dezelfde bewerkingen op tientallen of zelfs honderden afbeeldingen is tijdrovend en frustrerend. Gelukkig biedt Photoshop een handige functie genaamd ‘Batch’, waarmee je bewerkingen automatisch op meerdere bestanden tegelijk kunt uitvoeren. Deze tutorial laat je zien hoe je deze functie effectief kunt gebruiken.

Voorbereiding: Acties creëren (of gebruiken)

Voordat je aan de batchverwerking begint, heb je een actie nodig. Een actie is een opgeslagen reeks bewerkingen. Als je nog geen actie hebt gemaakt voor de bewerkingen die je wilt uitvoeren, moet je dit eerst doen.

Hieronder vind je een korte uitleg hoe je een actie maakt:

1. Open de Actiepanel: Ga naar Window > Actions (Venster > Acties).
2. Maak een nieuwe actie: Klik op het kleine icoontje onderaan het panel (een rechthoek met een omgekeerde pijl) en geef je actie een naam.
3. Neem de bewerkingen op: Klik op de ‘Record’ knop (rode stip) en voer alle gewenste bewerkingen uit. Photoshop registreert elke stap.
4. Stop de opname: Klik opnieuw op de ‘Record’ knop om de opname te stoppen.

Nu heb je een actie die je kunt hergebruiken.

De Batch-functie gebruiken:

Nu je een actie hebt, kun je de batchverwerking starten:

1. Open het Batch-venster: Ga naar File > Automate > Batch (Bestand > Automatiseren > Batch).

2. Selecteer de actie: In het ‘Play’ menu, selecteer je de actieset (de map waarin je actie is opgeslagen) en de gewenste actie zelf uit de dropdown menus.

3. Kies de bronbestanden: Onder ‘Source’ (Bron) kun je aangeven welke bestanden bewerkt moeten worden. Je hebt drie opties:

   • Folder: Selecteer een map met de afbeeldingen die je wilt bewerken. Je kunt hierbij specificeren welke bestandstypen verwerkt moeten worden (bijv. alleen JPG bestanden).
   • Files: Je kunt hier handmatig bestanden selecteren.
   • Bridge: Dit opent Adobe Bridge, waarmee je een selectie van bestanden kunt maken.

4. Kies de bestemming: Onder ‘Destination’ (Bestemming) bepaal je waar de bewerkte bestanden worden opgeslagen. Je kunt kiezen voor dezelfde map als de bronbestanden, of een nieuwe map aanmaken. Je kunt ook kiezen voor “geen”, waarmee de originele bestanden worden overschreven (doe dit alleen als je zeker bent van je zaak!). Overweeg altijd om een reservekopie van je originele bestanden te maken.

5. Optionele instellingen: Afhankelijk van je behoeften, kun je extra opties aanpassen, zoals het toevoegen van een prefix of suffix aan de bestandsnamen.

6. Start de batchverwerking: Klik op ‘OK’ om de batchverwerking te starten. Photoshop zal nu automatisch de actie op alle geselecteerde bestanden toepassen.

Tips voor succesvolle batchverwerking:

• Test je actie: Voordat je de batchverwerking op een groot aantal bestanden uitvoert, test je de actie eerst op een klein aantal afbeeldingen om er zeker van te zijn dat alles naar wens werkt.
• Gebruik duidelijke bestandsnamen: Zorg voor logische en consistente bestandsnamen, zodat je de bestanden later makkelijk kunt terugvinden.
• Werk met kopieën: Maak altijd een back-up van je originele bestanden voordat je een batchverwerking uitvoert.

Met de batchfunctie in Photoshop kun je enorme tijdwinst behalen bij het bewerken van meerdere afbeeldingen. Door deze stappen te volgen, kun je efficiënt en zonder fouten je workflow optimaliseren.