Kan ik twee routers met elkaar verbinden?

2 weergave

Om twee routers met elkaar te verbinden via LAN-poorten, zorg je ervoor dat beide routers zich in hetzelfde IP-segment bevinden. Sluit een UTP-kabel aan op een LAN-poort van de eerste router en verbind deze met een LAN-poort van de tweede router. Dit creëert een gemeenschappelijk netwerk waardoor apparaten verbonden met beide routers met elkaar kunnen communiceren.

Opmerking 0 leuk

Twee routers verbinden: Een gids voor een uitgebreider netwerk

Het verbinden van twee routers kan een handige oplossing zijn voor diverse situaties, van het uitbreiden van je wifi-bereik tot het creëren van een gastnetwerk met aparte beveiliging. Maar hoe doe je dit correct en wat zijn de mogelijke valkuilen? Dit artikel legt uit hoe je twee routers via LAN-poorten kunt verbinden en welke instellingen je daarbij moet overwegen.

De basis: LAN-verbinding voor een uitgebreid netwerk

De eenvoudigste manier om twee routers te verbinden is via een ethernetkabel (UTP-kabel) die je aansluit op een LAN-poort (niet de WAN-poort!) van beide routers. Het is cruciaal om te begrijpen dat je hiermee geen twee onafhankelijke internetverbindingen creëert, maar één uitgebreider lokaal netwerk. Slechts één router zal direct verbonden zijn met je modem en internettoegang leveren. De andere router deelt het internetsignaal dan via de LAN-verbinding.

IP-adressering: Het hart van de connectie

Voordat je de kabel aansluit, moet je de IP-adressering van beide routers configureren. Ze moeten zich in hetzelfde IP-subnet bevinden, maar mogen niet hetzelfde IP-adres hebben. Standaard gebruiken veel routers het 192.168.1.x subnet. Als beide routers dit standaard subnet gebruiken, zul je één van de routers een ander subnet moeten toekennen, bijvoorbeeld 192.168.2.x. Dit voorkomt IP-adressenconflicten.

Stap-voor-stap instructies:

  1. Verbind de routers: Sluit een UTP-kabel aan op een LAN-poort van je primaire router (de router die verbonden is met je modem) en een LAN-poort van je secundaire router.

  2. Controleer de IP-adressering (primaire router): Log in op je primaire router via je browser (het IP-adres vind je meestal op een sticker op de router). Noteer het huidige IP-adres, subnetmasker en gateway.

  3. Configureer de IP-adressering (secundaire router): Log in op je secundaire router. Wijzig het IP-adres zodat het zich in een ander subnet bevindt dan de primaire router. Bijvoorbeeld: als je primaire router 192.168.1.1 gebruikt, stel dan de secundaire router in op 192.168.2.1. Het subnetmasker zal waarschijnlijk hetzelfde blijven (bijv. 255.255.255.0). Zet de DHCP-server op de secundaire router uit. Dit voorkomt IP-adressenconflicten.

  4. (Optioneel) Configureer de WAN-poort van de secundaire router: De WAN-poort van de secundaire router dient niet te worden gebruikt voor de verbinding met het internet. Deze moet uitgeschakeld of geconfigureerd worden als LAN poort. Dit hangt af van het type router. Raadpleeg de handleiding van je router voor meer details.

  5. Test de verbinding: Verbind apparaten met beide routers en controleer of ze met elkaar kunnen communiceren. Je kunt dit doen door ping-commando’s te gebruiken of door simpelweg te proberen bestanden te delen.

Belangrijke overwegingen:

  • DHCP: Het uitzetten van de DHCP-server op de secundaire router is essentieel om IP-conflicten te voorkomen.
  • Router-handleidingen: Raadpleeg altijd de handleidingen van je routers voor specifieke instructies en instellingen.
  • Wifi-netwerknamen: Geef je wifi-netwerken op beide routers verschillende namen (SSID’s) om verwarring te voorkomen.
  • Beveiliging: Zorg ervoor dat beide routers beveiligd zijn met een sterk wachtwoord.

Door deze stappen te volgen, kun je twee routers succesvol verbinden en een groter, efficiënter netwerk creëren. Onthoud echter dat de complexiteit kan toenemen bij specifieke routermodellen of geavanceerdere configuraties. In twijfelgevallen is het altijd raadzaam om de handleiding van je router te raadplegen of professionele hulp in te roepen.