Wie moet je bellen als je in panne staat?

0 weergave

In geval van pech dienen passagiers het voertuig te verlaten en op een veilige plaats te gaan staan, zoals achter de vangrail op de snelweg. Vervolgens wordt de pechverhelpingsdienst of takeldienst gecontacteerd. Op de snelweg of autoweg kan ook 112 of 101 worden gebeld voor assistentie.

Opmerking 0 leuk

Wie te bellen bij pech onderweg?

Pech onderweg is nooit leuk, maar het is belangrijk om kalm te blijven en de juiste stappen te ondernemen. Hieronder leggen we uit wie je moet bellen als je in panne staat.

Veiligheid voorop

Voordat je iets anders doet, zorg je voor je eigen veiligheid. Parkeer je auto op een veilige plaats, zoals de berm of achter de vangrail op de snelweg. Zet je alarmlichten aan en trek een veiligheidshesje aan. Laat alle passagiers uitstappen en ga zelf op een veilige afstand van de auto staan.

Contacteren van hulp

Bel vervolgens de pechverhelpingsdienst of takeldienst. De meeste autoverzekeringen bieden pechhulp aan, dus controleer je polis om te zien of je dekking hebt. Als je geen pechhulp hebt, kun je zelf een takeldienst inschakelen.

Op de snelweg of autoweg

Als je op de snelweg of autoweg in panne staat, kun je ook 112 of 101 bellen voor assistentie. Deze nummers zijn speciaal bedoeld voor noodsituaties, dus gebruik ze alleen als je geen andere manier hebt om hulp te krijgen.

Wat te melden

Wanneer je de pechverhelpingsdienst of takeldienst belt, geef je de volgende informatie door:

  • Je locatie (zo nauwkeurig mogelijk)
  • Het merk, model en kenteken van je auto
  • De aard van de pech (bijvoorbeeld een lekke band, een lege accu of een motorstoring)
  • Je telefoonnummer
  • Of je een pechhulpverzekering hebt

Extra tips

Blijf op een veilige afstand van je auto staan totdat de hulp arriveert. Probeer niet zelf aan je auto te werken, tenzij je precies weet wat je doet. Als het mogelijk is, maak dan een foto van de pechsituatie voor je verzekering.