Is het toilet of toilette?

Toilet of Toilette? Een duidelijke scheiding der geesten (en der ruimtes)

We kennen het allemaal wel: de zoektocht naar het kleinste kamertje. Maar welk woord gebruik je eigenlijk? Is het “toilet” of “toilette”? Het antwoord is verrassend eenvoudig: toilet is de correcte en gangbare term in het hedendaags Nederlands.

Hoewel je de term “toilette” misschien wel eens bent tegengekomen, is het belangrijk te weten dat deze term in moderne contexten eerder als verouderd of formeel wordt ervaren. Denk aan het verschil tussen het spreken over een “automobiel” versus een “auto”: beide correct, maar de eerste klinkt toch een beetje gedateerd.

De term “toilette” heeft een rijke geschiedenis en werd in het verleden wel degelijk gebruikt om de sanitaire voorziening aan te duiden. Maar de taal evolueert, en met haar de manier waarop we objecten en concepten benoemen. “Toilet” heeft inmiddels stevig voet aan de grond gekregen als de algemeen geaccepteerde term.

Waarom dan die verwarring? Mogelijk speelt de Franse invloed een rol. In het Frans is “toilette” nog steeds een veelgebruikte term, en de Nederlandse taal heeft door de eeuwen heen heel wat Franse leenwoorden geabsorbeerd. Echter, in dit specifieke geval heeft het Nederlandse “toilet” de strijd gewonnen.

Kortom:

• Toilet: De correcte, gangbare en algemeen begrepen term voor de sanitaire voorziening.
• Toilette: Een verouderde en formele term die je beter kunt vermijden in alledaagse situaties.

Dus, de volgende keer dat je iemand naar de wc wilt verwijzen, of er zelf naar op zoek bent: gebruik gerust het woord “toilet”. Het is de veilige, heldere en meest accurate keuze in het moderne Nederlands. Je zult er geen rare blikken mee oogsten, en je boodschap komt gegarandeerd over.