Hoe wordt diabetes 2 vastgesteld?

De diagnose diabetes type 2: Meer dan alleen een nuchtere bloedsuiker

Diabetes type 2, een chronische aandoening die de manier waarop je lichaam suiker (glucose) verwerkt beïnvloedt, wordt steeds vaker vastgesteld. Hoewel een nuchtere bloedsuikermeting een belangrijke indicator is, is de diagnose stellen complexer dan enkel kijken naar een waarde boven de 7,0 mmol/L.

Een nuchtere bloedsuikermeting, afgenomen na een vastenperiode van 8-10 uur, vormt inderdaad de basis van de diagnostiek. Een waarde van 7,0 mmol/L of hoger, bevestigd door een herhaalde meting op een andere dag, suggereert sterk de aanwezigheid van diabetes type 2. Echter, waarden tussen 6,1 en 6,9 mmol/L duiden op een prediabetes, een voorstadium van diabetes. Ook hier is actie nodig om de ontwikkeling naar diabetes type 2 te voorkomen of te vertragen.

Waarom is een enkele meting boven de 7,0 mmol/L niet altijd voldoende? Stress, bepaalde medicijnen en zelfs een infectie kunnen de bloedsuikerspiegel tijdelijk verhogen. Daarom zijn aanvullende testen vaak noodzakelijk om de diagnose te bevestigen en andere mogelijke oorzaken uit te sluiten.

Welke aanvullende testen kunnen worden uitgevoerd?

• HbA1c-test: Deze test meet het gemiddelde bloedsuikergehalte over de afgelopen 2 tot 3 maanden. Een HbA1c-waarde van 48 mmol/mol of hoger bevestigt de diagnose diabetes type 2.
• Orale glucosetolerantietest (OGTT): Bij deze test drinkt de patiënt een suikeroplossing, waarna de bloedsuikerspiegel op verschillende tijdstippen wordt gemeten. Dit geeft inzicht in hoe het lichaam glucose verwerkt.
• Niet-nuchtere bloedsuikermeting: Een willekeurige bloedsuikermeting van 11,1 mmol/L of hoger, in combinatie met typische diabetesklachten zoals overmatig dorst, veelvuldig plassen en onverklaarbaar gewichtsverlies, kan ook wijzen op diabetes type 2.

Het is belangrijk om te onthouden dat de diagnose diabetes type 2 altijd door een arts moet worden gesteld. Hij of zij zal de testresultaten in combinatie met de medische geschiedenis en eventuele symptomen beoordelen. Een vroege diagnose en behandeling zijn cruciaal om complicaties op lange termijn te voorkomen. Bij twijfel of zorgen over je bloedsuiker, raadpleeg altijd je huisarts.