Is een tweede TURP operatie mogelijk?

1 weergave

Een tweede TURP is mogelijk, hoewel hernieuwde littekenvorming een risico vormt. De voorgestelde ingreep richt zich op het verwijderen van bestaand littekenweefsel, maar dit kan paradoxaal genoeg leiden tot de aanmaak van nieuw littekenweefsel, wat de situatie kan compliceren.

Opmerking 0 leuk

Een tweede TURP: een hachelijke onderneming?

Een transurethrale resectie van de prostaat (TURP) is een veelvoorkomende chirurgische ingreep voor de behandeling van benigne prostaathyperplasie (BPH), ook wel goedaardige prostaatvergroting genoemd. Hoewel effectief, is het geen garantie voor blijvende verlichting. De vraag of een tweede TURP mogelijk is, en of dit verstandig is, vereist een zorgvuldige afweging van de risico’s en voordelen.

Het antwoord is kortweg: ja, een tweede TURP is mogelijk. Echter, de succeskansen en de potentiële complicaties verschillen aanzienlijk van een eerste ingreep. De belangrijkste reden hiervoor is littekenweefsel. Een TURP beschadigt onvermijdelijk het prostaatweefsel, wat leidt tot littekenvorming tijdens het herstelproces. Dit littekenweefsel kan de urinebuis vernauwen, waardoor de symptomen van BPH terugkeren of zelfs verergeren.

Een tweede TURP wordt dan vaak voorgesteld om dit littekenweefsel te verwijderen en de urineweg weer te openen. De procedure zelf is vergelijkbaar met de eerste TURP, maar de chirurg krijgt te maken met een verhard en veranderd weefsel. Dit maakt de ingreep technisch complexer en tijdrovender. Bovendien bestaat het risico op meer bloedingen en andere complicaties, zoals infecties.

Het paradoxale probleem is dat de verwijdering van littekenweefsel paradoxaal genoeg meer littekenweefsel kan veroorzaken. Het lichaam reageert op de chirurgische ingreep door opnieuw weefsel te herstellen, wat weer kan leiden tot vernauwing van de urethra. Deze vicieuze cirkel kan de situatie verergeren en de patiënt op langere termijn meer problemen bezorgen.

Voor een tweede TURP is daarom een grondige evaluatie van de patiënt essentieel. De arts zal de ernst van de symptomen, de omvang van de littekenvorming (vaak zichtbaar op een cystoscopie) en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt beoordelen. Alternatieve behandelmethoden, zoals medicatie, lasertherapie of een open prostatectomie, moeten worden overwogen en met de patiënt worden besproken.

Kortom, hoewel een tweede TURP technisch mogelijk is, is het geen triviale ingreep. De beslissing hiertoe moet zorgvuldig worden genomen in overleg met een uroloog, waarbij de potentiële voordelen zorgvuldig worden afgewogen tegen de aanzienlijke risico’s op complicaties en mogelijk een toename van littekenweefsel. Het is van cruciaal belang om realistische verwachtingen te stellen en alle behandelingsopties te overwegen alvorens tot een tweede TURP over te gaan.