Wat is neurogeen?

0 weergave

Neurogene pijn vindt zijn oorsprong in een storing van het zenuwstelsel, zowel centraal als perifeer. Een effectieve behandeling vereist daarom een nauwkeurige identificatie en aanpak van de specifieke zenuwdisfunctie die de pijn veroorzaakt. De behandelstrategie moet individueel worden bepaald.

Opmerking 0 leuk

Neurogene pijn: Als je zenuwstelsel je pijn doet

Pijn. Een essentieel signaal van ons lichaam dat ons waarschuwt voor gevaar. Maar wat als de pijn blijft, zelfs als er geen duidelijke oorzaak meer is? Dan kan het gaan om neurogene pijn, een vorm van chronische pijn die ontstaat door een beschadiging of disfunctie in het zenuwstelsel zelf. In tegenstelling tot nociceptieve pijn, die een reactie is op weefselschade, is neurogene pijn een gevolg van een storing in de zenuwbanen, die signalen verkeerd interpreteren of spontaan pijnprikkels genereren.

Deze storing kan zich op verschillende plaatsen in het zenuwstelsel voordoen. In het perifere zenuwstelsel, dat de zenuwen buiten de hersenen en het ruggenmerg omvat, kan schade ontstaan door bijvoorbeeld een hernia, diabetes of een trauma. In het centrale zenuwstelsel, bestaande uit de hersenen en het ruggenmerg, kunnen aandoeningen zoals multiple sclerose, een beroerte of een ruggenmergletsel neurogene pijn veroorzaken.

De aard van neurogene pijn is vaak complex en divers. Patiënten beschrijven de pijn vaak als brandend, schietend, tintelend, elektrisch of stekend. Soms gaat het gepaard met overgevoeligheid voor aanraking (allodynie) of een versterkte pijnsensatie bij normale prikkels (hyperalgesie). Ook kunnen er andere neurologische symptomen optreden, zoals spierzwakte, gevoelloosheid of evenwichtsproblemen.

Omdat neurogene pijn zijn oorsprong vindt in het zenuwstelsel, vereist een effectieve behandeling een gerichte aanpak van de onderliggende zenuwdisfunctie. Een ‘one-size-fits-all’ behandeling bestaat niet. Een nauwkeurige diagnose is cruciaal en omvat een grondig lichamelijk onderzoek, eventueel aangevuld met beeldvorming en zenuwgeleidingsonderzoeken.

De behandelstrategie wordt individueel bepaald en kan bestaan uit een combinatie van verschillende therapieën. Medicamenteuze behandeling, zoals anti-epileptica, antidepressiva en specifieke pijnstillers, kan helpen de zenuwpijn te onderdrukken. Ook niet-medicamenteuze behandelingen, zoals fysiotherapie, ergotherapie, psychologische begeleiding en TENS (transcutane elektrische neurostimulatie), kunnen een belangrijke rol spelen in het pijnmanagement. In sommige gevallen kan een invasieve behandeling, zoals een zenuwblokkade of neurostimulatie, overwogen worden.

Het is belangrijk om te benadrukken dat neurogene pijn een chronische aandoening kan zijn die een significante impact heeft op de kwaliteit van leven. Een multidisciplinaire aanpak, waarbij verschillende specialisten samenwerken, is vaak essentieel om de pijn te beheersen en de functionaliteit te verbeteren. Een open communicatie tussen patiënt en zorgverleners is daarbij van onschatbare waarde.