Welke bloedwaarden zijn afwijkend bij leverfalen?

5 weergave

Bij leverfalen worden afwijkende bloedwaarden waargenomen:

  • Veranderde bloedstolling
  • Verlaagde albuminespiegels (eiwitgehalte)
  • Verhoogd ammoniakgehalte (afvalstof)
Opmerking 0 leuk

Afwijkende bloedwaarden bij leverfalen: een teken aan de wand

Leverfalen, een ernstige aandoening waarbij de lever haar vitale functies niet meer goed kan uitvoeren, manifesteert zich vaak door afwijkende bloedwaarden. Deze afwijkingen ontstaan doordat de lever cruciale rollen speelt in diverse processen, zoals de aanmaak van eiwitten, de afbraak van afvalstoffen en de regulatie van de bloedstolling. Een bloedonderzoek is dan ook essentieel voor het diagnosticeren en monitoren van leverfalen. Welke bloedwaarden zijn nu specifiek afwijkend en wat betekent dit?

Stollingsproblemen:

Een gezonde lever produceert stollingsfactoren, essentiële eiwitten die nodig zijn voor een normale bloedstolling. Bij leverfalen is de productie van deze factoren verstoord, wat leidt tot een verhoogd risico op bloedingen. Dit kan zich uiten in neusbloedingen, blauwe plekken, en in ernstige gevallen, interne bloedingen. De protrombinetijd (PT) en de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) zijn testen die de stollingstijd meten en bij leverfalen vaak verlengd zijn. Ook een verlaagd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) kan voorkomen bij leverfalen, mede door een vergrote milt die bloedplaatjes afbreekt.

Lage albuminewaarden:

Albumine is een eiwit dat door de lever wordt aangemaakt en een belangrijke rol speelt in het handhaven van de osmotische druk in het bloed. Deze druk zorgt ervoor dat vocht in de bloedvaten blijft. Bij leverfalen daalt de albumineproductie, wat kan leiden tot een ophoping van vocht in weefsels, met name in de benen (oedeem) en de buikholte (ascites). Naast oedeem kan een laag albuminegehalte ook bijdragen aan ondervoeding en een verzwakt immuunsysteem.

Verhoogd ammoniakgehalte:

Ammoniak is een giftige afvalstof die ontstaat bij de afbraak van eiwitten. Normaal gesproken zet de lever ammoniak om in ureum, een minder schadelijke stof die via de urine wordt uitgescheiden. Bij leverfalen functioneert dit proces niet optimaal, waardoor het ammoniakgehalte in het bloed stijgt (hyperammoniëmie). Een verhoogd ammoniakgehalte kan ernstige neurologische gevolgen hebben, variërend van verwardheid en concentratieproblemen tot coma en hersenschade.

Andere afwijkende waarden:

Naast de bovengenoemde parameters kunnen ook andere bloedwaarden afwijkend zijn bij leverfalen, zoals verhoogde leverenzymen (ASAT, ALAT, AF, GGT), verhoogd bilirubine (geelzucht), verlaagd glucosegehalte en verstoringen in de elektrolytenbalans.

Het is belangrijk te benadrukken dat deze afwijkende bloedwaarden niet exclusief zijn voor leverfalen en ook bij andere aandoeningen kunnen voorkomen. Een juiste diagnose vereist daarom een combinatie van bloedonderzoek, lichamelijk onderzoek, beeldvorming en eventueel een leverbiopsie. Bij verdenking van leverfalen is het cruciaal om snel medische hulp te zoeken.