Hoeveel geld mag je op je rekening hebben in de bijstand?

Hoeveel geld mag je hebben op je rekening als je bijstand ontvangt?

De vraag hoeveel vermogen je mag bezitten terwijl je een bijstandsuitkering ontvangt, is complex en hangt af van verschillende factoren. Er is geen simpel, eenduidig antwoord. De regelgeving is erop gericht te voorkomen dat iemand onnodig bijstand ontvangt terwijl hij of zij over voldoende eigen middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien.

Het basisbedrag:

Voor alleenstaanden geldt een algemene vrijstelling van €7.770. Dit betekent dat je tot dit bedrag aan spaargeld, beleggingen en andere liquide middelen op je rekening mag hebben zonder dat dit direct gevolgen heeft voor je uitkering. Dit bedrag is een richtlijn en kan jaarlijks licht variëren. Het is raadzaam de meest recente informatie bij de gemeente of de Sociale Dienst op te vragen.

Eigen woning:

De situatie wordt ingewikkelder wanneer je eigenaar bent van een woning. In dat geval wordt niet alleen het liquide vermogen beoordeeld, maar ook de overwaarde van je huis. De overwaarde is het verschil tussen de marktwaarde van je huis en de hoogte van je hypotheek. Hier geldt een hogere vrijstelling, maar het mechanisme is anders. In plaats van een directe aftrek van de uitkering, wordt de bijstand in dit geval vaak als een lening verstrekt. Deze lening moet worden terugbetaald zodra de overwaarde onder de €65.500 daalt. Het is dus niet zo dat je met een overwaarde boven dit bedrag geen bijstand kunt ontvangen, maar wel dat je je uitkering later moet terugbetalen.

Gevolgen van te veel vermogen:

Heb je meer vermogen dan de toegestane bedragen, dan kan dit leiden tot een vermindering of zelfs een volledige stopzetting van je bijstandsuitkering. De hoogte van de vermindering is afhankelijk van het verschil tussen je werkelijke vermogen en het toegestane vermogen. De Sociale Dienst zal een individuele beoordeling maken en bepalen hoe dit verschil verrekend wordt met je uitkering. Het is cruciaal om open en eerlijk te zijn over je financiële situatie tegenover de Sociale Dienst om problemen te voorkomen.

Belangrijk om te weten:

• Deze bedragen zijn richtlijnen en kunnen per gemeente en per jaar licht variëren. Controleer altijd de meest actuele informatie bij je eigen gemeente of Sociale Dienst.
• Niet alleen spaargeld en beleggingen tellen mee, maar ook andere vormen van vermogen, zoals aandelen en waardevolle bezittingen.
• De beoordeling van je vermogen is gebaseerd op de situatie op een bepaald moment. Veranderingen in je vermogen dienen gemeld te worden aan de Sociale Dienst.
• Professioneel advies is aan te raden. Bij twijfel of onduidelijkheid over de regelgeving, is het verstandig om contact op te nemen met een onafhankelijk adviseur of de Sociale Dienst voor een persoonlijk advies.

Dit artikel biedt algemene informatie. Voor een precieze beoordeling van jouw persoonlijke situatie is het essentieel om contact op te nemen met de Sociale Dienst in jouw gemeente.