Maken huisartsenpraktijken winst?

Maken huisartsenpraktijken winst? Een blik achter de schermen

Het is een vraag die wellicht niet direct opkomt, maar wel degelijk relevant is: maken huisartsenpraktijken in Nederland winst? Het antwoord is complexer dan een simpel ja of nee. Hoewel huisartsenpraktijken opereren als particuliere ondernemingen, is de situatie in Nederland anders dan bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, waar de tekst naar verwijst.

In Nederland zijn huisartsenpraktijken in de meeste gevallen gevestigd als eenmanszaak, vennootschap onder firma (VOF) of maatschap. Dit betekent dat ze inderdaad met het oog op winst opereren. De inkomsten van een huisartsenpraktijk zijn afkomstig uit verschillende bronnen, waaronder:

• Inschrijftarief: Elke patiënt die zich bij een huisartsenpraktijk inschrijft, levert een vast bedrag per kwartaal op. Dit vormt de basis van de inkomsten en zorgt voor een zekere financiële stabiliteit.
• Consulten en behandelingen: Huisartsen ontvangen een vergoeding voor elk consult, medische handeling of behandeling die ze uitvoeren. Deze vergoedingen zijn vastgesteld door zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
• Ketenzorg: Huisartsenpraktijken kunnen deelnemen aan ketenzorgprogramma’s voor chronische aandoeningen zoals diabetes of COPD. Ze ontvangen dan extra vergoedingen voor de coördinatie en behandeling van deze patiënten.
• Aanvullende diensten: Sommige huisartsenpraktijken bieden aanvullende diensten aan, zoals reizigersvaccinaties of kleine chirurgische ingrepen, waarvoor ze extra kosten in rekening kunnen brengen.

Echter, het is belangrijk om te benadrukken dat deze inkomsten niet volledig als winst beschouwd kunnen worden. Een aanzienlijk deel van de inkomsten gaat op aan:

• Personeelskosten: Salarissen van assistenten, praktijkondersteuners en eventueel andere artsen in de praktijk.
• Huur en onderhoud: Kosten voor het praktijkpand, de inrichting en het onderhoud.
• Apparatuur en materialen: Kosten voor medische apparatuur, instrumenten en verbruiksartikelen.
• Administratie en automatisering: Kosten voor administratieve software, computers en andere IT-benodigdheden.
• Verzekeringen en pensioen: Kosten voor beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen en pensioenopbouw voor de huisarts(en).

Winst of leefbaar inkomen?

Hoewel huisartsenpraktijken dus winstoogmerk hebben, is het correcter om te spreken van een leefbaar inkomen voor de huisarts(en). Het uiteindelijke ‘winst’percentage kan variëren afhankelijk van factoren zoals de grootte van de praktijk, de specialisaties en de locatie. Het is belangrijk te onthouden dat huisartsen, net als andere ondernemers, ook risico lopen en zelf verantwoordelijk zijn voor hun financiële situatie.

Kwaliteit versus winst:

Een cruciale overweging is dat de focus van een huisartsenpraktijk primair moet liggen op de kwaliteit van de zorg. Hoewel winst belangrijk is voor de continuïteit en groei van de praktijk, mag dit nooit ten koste gaan van de patiëntenzorg. Huisartsen zijn gebonden aan professionele ethiek en worden gecontroleerd op de kwaliteit van hun zorg.

Conclusie:

Huisartsenpraktijken zijn weliswaar particuliere ondernemingen met winstoogmerk, maar hun focus ligt primair op het leveren van kwalitatief goede zorg. De inkomsten worden besteed aan personeel, apparatuur en andere kosten, waardoor de uiteindelijke ‘winst’ eerder gezien moet worden als een leefbaar inkomen voor de huisarts(en). Een evenwicht tussen financiële stabiliteit en hoogwaardige zorg is essentieel voor een goed functionerende huisartsenpraktijk.