Hoe weet je of een WW sterk is?
Hoe weet je of een werkwoord sterk is?
In het Nederlands onderscheiden we twee soorten werkwoorden: sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. Sterke werkwoorden vertonen een klinkerwisseling tussen de tegenwoordige en de verleden tijd, en hun voltooid deelwoord eindigt op “-en”. Zwakke werkwoorden kennen geen klinkerwisseling in de verleden tijd en hun voltooid deelwoord eindigt op “-te” of “-d”.
Kenmerken van sterke werkwoorden:
-
Klinkerwisseling: Sterke werkwoorden hebben een afwisseling van klinkers tussen de tegenwoordige tijd en de verleden tijd. Bijvoorbeeld:
- eten – at
- drinken – dronk
- lezen – las
-
Voltooid deelwoord op “-en”: Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt altijd op “-en”. Bijvoorbeeld:
- gegeten
- gedronken
- gelezen
Kenmerken van zwakke werkwoorden:
-
Geen klinkerwisseling: Zwakke werkwoorden behouden dezelfde klinker in de tegenwoordige en de verleden tijd. Bijvoorbeeld:
- werken – werkte
- kopen – kocht
- bellen – belde
-
Voltooid deelwoord op “-te” of “-d”: Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op “-te” of “-d”. Bijvoorbeeld:
- gewerkt
- gekocht
- gebeld
Voorbeelden:
Werkwoord | Tegenwoordige tijd | Verleden tijd | Voltooid deelwoord |
---|---|---|---|
Sterk: eten | eet | at | gegeten |
Zwak: werken | werkt | werkte | gewerkt |
Sterk: lopen | loopt | liep | gelopen |
Zwak: kopen | koopt | kocht | gekocht |
Sterk: geven | geeft | gaf | gegeven |
Zwak: bellen | belt | belde | gebeld |
Tip:
Om te bepalen of een werkwoord sterk of zwak is, kun je het voltooid deelwoord controleren. Eindigt het op “-en”, dan is het werkwoord sterk. Eindigt het op “-te” of “-d”, dan is het werkwoord zwak.
#Hoe#Sterk#WwCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.