Waardoor ontstaat urine retentie?

8 weergave

Urineretentie kan ontstaan door diverse factoren die de urinestroom belemmeren of de blaasfunctie aantasten. Een vergrote prostaat, vernauwingen in de plasbuis, obstipatie, of verzakkingen in het bekkengebied kunnen de afvoer blokkeren. Ook zenuwbeschadiging, bepaalde medicijnen, anesthesie na operaties en urinewegstenen kunnen de normale blaaslediging verstoren.

Opmerking 0 leuk

De stille stilte: oorzaken van urineretentie

Urineretentie, het onvermogen om de blaas volledig te legen, is een hinderlijke en soms ernstige aandoening die vele oorzaken kan hebben. Het is niet zozeer één specifieke oorzaak, maar eerder een disbalans tussen de mechanismen die de urineproductie en -afvoer reguleren. Deze disbalans kan ontstaan op verschillende plaatsen in het urinaire systeem, van de hersenen tot de blaasuitgang. Laten we enkele belangrijke oorzaken nader bekijken:

Obstructies in het urinaire systeem: Dit zijn fysieke belemmeringen die de vrije doorstroming van urine verhinderen. Enkele voorbeelden:

  • Vergrote prostaat: Bij mannen is een vergrote prostaat (benigne prostaathyperplasie of BPH) een zeer frequente oorzaak. De vergrote prostaat drukt op de plasbuis, waardoor de urine moeilijk kan wegstromen.
  • Plasbuisvernauwing (urethrastrictuur): Een vernauwing van de plasbuis, vaak als gevolg van een eerdere infectie, trauma of chirurgische ingreep, kan de urinelediging significant bemoeilijken.
  • Urinewegstenen (nefrolithiasis): Stenen in de urinewegen kunnen de stroom van urine blokkeren, wat leidt tot pijnlijke urineretentie. De locatie van de steen bepaalt de ernst van de obstructie.
  • Obstipatie: Een volgepakte darm kan druk uitoefenen op de blaas en de urinelediging belemmeren. Deze druk kan de normale blaasfunctie verstoren.
  • Bekkenbodemproblemen: Verzakkingen van de blaas of andere organen in het bekken kunnen de urineweg afsluiten of de normale blaasfunctie beïnvloeden. Dit komt vaker voor bij vrouwen.

Neurologische oorzaken: Aandoeningen die de zenuwen die de blaas controleren aantasten, kunnen leiden tot urineretentie. Voorbeelden:

  • Zenuwbeschadiging (neuropathie): Schade aan de zenuwen, bijvoorbeeld als gevolg van diabetes, multiple sclerose of een ruggenmergletsel, kan de blaasfunctie verstoren. De blaas kan dan niet goed samentrekken om de urine te lozen, of de signalen van de blaas naar de hersenen kunnen verstoord zijn.
  • Neurologische aandoeningen: Aandoeningen zoals Parkinson en Alzheimer kunnen eveneens urineretentie veroorzaken door hun effect op de zenuwcontrole van de blaas.

Medicatie en andere factoren:

  • Medicatie: Bepaalde medicijnen, zoals anticholinergica (gebruikt bij blaasontstekingen), sommige antihistaminica en bepaalde pijnstillers, kunnen de blaasfunctie negatief beïnvloeden en urineretentie veroorzaken.
  • Anesthesie: Na een operatie kan anesthesie tijdelijk de blaasfunctie verstoren, wat leidt tot postoperatieve urineretentie.
  • Psychologische factoren: In zeldzame gevallen kan stress of angst urineretentie veroorzaken.

Urineretentie is een aandoening die altijd medische aandacht vereist. De symptomen variëren van een moeilijk te legen blaas tot een volledige onmogelijkheid om te plassen. Indien u last heeft van urineretentie, is het cruciaal om contact op te nemen met uw huisarts of uroloog voor een diagnose en behandeling. Zelfbehandeling wordt ten zeerste afgeraden.