Waardoor wordt urineretentie veroorzaakt?

7 weergave

Externe druk op de urethra, bijvoorbeeld door een vergrote prostaat (goedaardig of kwaadaardig), belemmert de urinestroom en leidt tot urineretentie. Deze obstructie kan zowel acuut als chronisch zijn, afhankelijk van de ernst en duur van de druk. Andere factoren kunnen hieraan bijdragen.

Opmerking 0 leuk

Urineretentie: Een complexe aandoening met diverse oorzaken

Urineretentie, het onvermogen om de blaas volledig te legen, is een aandoening die een significant impact kan hebben op de kwaliteit van leven. Hoewel vaak over het hoofd gezien, is het cruciaal om de mogelijke oorzaken te begrijpen om een correcte diagnose te stellen en een effectieve behandeling te kunnen starten.

De meest bekende en wellicht meest voorkomende oorzaak van urineretentie, met name bij mannen, is druk op de urethra. Dit buisje, dat urine vanuit de blaas naar buiten leidt, kan bekneld raken door een vergrote prostaat. Deze vergroting kan goedaardig zijn, zoals bij Benigne Prostaat Hyperplasie (BPH), of kwaadaardig, zoals bij prostaatkanker. In beide gevallen resulteert de toegenomen omvang van de prostaat in een vernauwing van de urethra, waardoor het moeilijker wordt om de blaas volledig te legen.

De aard van de obstructie, en daarmee de urineretentie, kan variëren. Bij een acute obstructie ontstaat er plotseling een volledige blokkade, wat resulteert in een onvermogen om te plassen en acute pijn. Chronische obstructie daarentegen ontwikkelt zich geleidelijk, waardoor de blaas steeds minder goed geleegd wordt en er resturine achterblijft. Dit kan leiden tot symptomen als frequent plassen, nadruppelen en een zwakke urinestraal.

Hoewel prostaatproblemen een belangrijke rol spelen, is het essentieel te benadrukken dat dit slechts één stukje van de puzzel is. Er zijn namelijk ook andere factoren die kunnen bijdragen aan urineretentie. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Neurologische aandoeningen: Aandoeningen zoals multiple sclerose, de ziekte van Parkinson, ruggenmergletsel of een beroerte kunnen de zenuwsignalen verstoren die nodig zijn voor de aansturing van de blaas en de sluitspier.
  • Medicatie: Bepaalde medicijnen, zoals antihistaminica, antidepressiva, en bepaalde pijnstillers, kunnen de blaasspier ontspannen of de sluitspier verstrakken, waardoor het moeilijker wordt om te plassen.
  • Operaties: Chirurgische ingrepen, met name in de buik of het bekken, kunnen tijdelijk of permanent schade toebrengen aan de zenuwen die de blaas controleren.
  • Infecties: Blaasontstekingen of andere infecties in de urinewegen kunnen leiden tot irritatie en spasmen van de blaasspier, wat urineretentie kan veroorzaken.
  • Bekkenbodemproblemen: Een verzwakte of juist te gespannen bekkenbodem kan de normale werking van de blaas en de sluitspier belemmeren.
  • Obstipatie: Ernstige obstipatie kan druk uitoefenen op de blaas en de urethra, waardoor het moeilijker wordt om te plassen.

Kortom, urineretentie is een complex probleem met uiteenlopende oorzaken. Een grondig onderzoek door een arts is essentieel om de onderliggende oorzaak te identificeren en een passende behandeling te bepalen. Zelfdiagnose is af te raden, aangezien een onjuiste behandeling de situatie kan verergeren. Het is dus belangrijk om bij klachten tijdig een arts te raadplegen.