Hoe moet je werkwoorden op ir vervoegen?
Vervoeging van Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -ir zijn een groep van Franse werkwoorden die eindigen op -ir. Om deze werkwoorden correct te vervoegen, moet je de stam (het werkwoord zonder -ir) combineren met de juiste uitgang.
Uitgangen voor Werkwoorden op -ir:
- -is
- -is
- -it
- -issons
- -issez
- -issent
Stam van Werkwoorden op -ir:
Als je het werkwoord wilt vervoegen, moet je eerst de stam bepalen. De stam is het werkwoord zonder de -ir-uitgang. Bijvoorbeeld, de stam van “choisir” (kiezen) is “chois”.
Vervoeging Afhankelijk van het Onderwerp:
De juiste uitgang hangt af van het onderwerp van de zin. Hieronder staan de uitgangen voor elk onderwerp:
- Ik: -is
- Jij: -is
- Hij/zij/het: -it
- Wij: -issons
- Jullie: -issez
- Zij: -issent
Voorbeelden van Vervoegingen:
- choisir (kiezen):
- Ik kies: choisis
- Jij kiest: choisis
- Hij kiest: choisit
- Wij kiezen: choisissons
- Jullie kiezen: choisissez
- Zij kiezen: choisissent
- finir (afmaken):
- Ik maak af: finis
- Jij maakt af: finis
- Hij maakt af: finit
- Wij maken af: finissons
- Jullie maken af: finissez
- Zij maken af: finissent
- partir (vertrekken):
- Ik vertrek: pars
- Jij vertrekt: pars
- Hij vertrekt: part
- Wij vertrekken: partons
- Jullie vertrekken: partez
- Zij vertrekken: partent
Onregelmatige Werkwoorden op -ir:
Er zijn enkele onregelmatige werkwoorden op -ir die niet de bovenstaande uitgangen volgen. Deze werkwoorden hebben hun eigen unieke vervoegingen. Enkele voorbeelden zijn:
- venir (komen): je viens, tu viens, il vient, nous venons, vous venez, ils viennent
- sortir (uitgaan): je sors, tu sors, il sort, nous sortons, vous sortez, ils sortent
- mettre (zetten): je mets, tu mets, il met, nous mettons, vous mettez, ils mettent
Commentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.