Hoe vervoeg je de werkwoorden op ir?

22 weergave
Om werkwoorden op -ir te vervoegen, zoek eerst de stam door de uitgang -ir weg te halen. Vervolgens voeg je de juiste uitgang (bijvoorbeeld -is, -it, -issons) toe aan de stam, afhankelijk van de persoon en tijd.
Opmerking 0 leuk

Werkwoorden op -ir vervoegen: een stapsgewijze handleiding

Werkwoorden op -ir behoren tot de meest voorkomende in de Franse taal. Het onder de knie krijgen van de vervoegingen is essentieel voor effectieve communicatie. Hier volgt een stapsgewijze handleiding om je te helpen werkwoorden op -ir moeiteloos te vervoegen:

Stap 1: De stam bepalen

De eerste stap is het bepalen van de stam van het werkwoord. Dit doe je door de uitgang “-ir” te verwijderen. Bijvoorbeeld:

  • finir (afmaken) -> stam: fin
  • partir (vertrekken) -> stam: part
  • dormir (slapen) -> stam: dorm

Stap 2: De juiste uitgang kiezen

Zodra je de stam hebt bepaald, moet je de juiste uitgang kiezen afhankelijk van de persoon en tijd. Hier is een tabel met de meest voorkomende uitgangen:

Persoon Tegenwoordige tijd Toekomstige tijd Onvoltooid verleden tijd
ik (je) -is -irai -issais
jij (tu) -is -iras -issais
hij/zij (il/elle) -it -ira -issait
wij (nous) -issons -irons -issions
jullie (vous) -issez -irez -issiez
zij (ils/elles) -issent -iront -issaient

Stap 3: De uitgang aan de stam toevoegen

Tenslotte voeg je de juiste uitgang toe aan de stam om het vervoegde werkwoord te vormen.

Voorbeelden:

  • finir (tegenwoordige tijd, ik): fin + -is = finis
  • partir (toekomstige tijd, wij): part + -irons = partirons
  • dormir (onvoltooid verleden tijd, jij): dorm + -issais = dormais

Oefening baart kunst

Net als bij elke andere taalvaardigheid vergt het vervoegen van werkwoorden oefening en toewijding. Maak regelmatig oefeningen en herzie de vervoegingstabellen om je vaardigheden te verbeteren. Met wat doorzettingsvermogen zul je in staat zijn om werkwoorden op -ir vloeiend en zelfverzekerd te vervoegen.