Hoeveel procent van de leerlingen blijft zitten?

8 weergave

De afgelopen jaren is het percentage zittenblijvers in het voortgezet onderwijs toegenomen. In havo 4 steeg dit van 15% (2018) naar 19% (2022), terwijl in vwo 5 een stijging te zien was van 11% naar 13%. Ook in het vmbo, met name vmbo-g/t, werd een vergelijkbare toename geconstateerd, van 8% naar 10%.

Opmerking 0 leuk

De stijgende lijn van zittenblijvers: een zorgwekkende trend in het voortgezet onderwijs

De cijfers liegen er niet om: steeds meer leerlingen blijven zitten in het voortgezet onderwijs. Waar in 2018 een relatieve stabiliteit leek te heersen, laat de recente ontwikkeling een zorgwekkende trend zien. Met name in de hogere leerjaren, waar de druk om te slagen het hoogst is, neemt het percentage zittenblijvers significant toe. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de individuele leerling, maar ook voor het onderwijs zelf en de maatschappij als geheel.

De meest recente data, hoewel nog niet volledig geconsolideerd en afhankelijk van de precieze definitie van ‘zittenblijven’ die door verschillende scholen wordt gehanteerd, wijzen op een duidelijke stijging. Neem bijvoorbeeld havo 4: in 2018 bleef ongeveer 15% van de leerlingen zitten. In 2022 is dit percentage gestegen naar 19%, een toename van 4 procentpunten. Een vergelijkbare trend is te zien in vwo 5, waar de stijging van 11% in 2018 naar 13% in 2022 ligt. Ook binnen het vmbo, specifiek binnen de theoretische leerwegen (vmbo-g/t), is een toename geconstateerd van 8% naar 10% in dezelfde periode.

Deze cijfers roepen verschillende vragen op. Wat zijn de oorzaken van deze stijging? Speelt de toenemende druk op prestaties een rol? Heeft de coronapandemie, met de bijbehorende onderbrekingen in het onderwijs, een blijvende impact gehad op de leerprestaties van leerlingen? Is de begeleiding en ondersteuning van leerlingen voldoende? En zijn er verschillen tussen scholen en regio’s in het percentage zittenblijvers?

Het is van cruciaal belang om diepgaand onderzoek te doen naar de achterliggende oorzaken van deze toename. Een multifactoriele aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met factoren als leeromgeving, leermethoden, individuele leerbehoeften en psychosociale factoren, is essentieel. Het louter constateren van de stijging is onvoldoende. Er moeten concrete maatregelen worden genomen om de trend te keren en de kansen van elke leerling te vergroten. Dit vraagt om een geïntegreerde aanpak van onderwijsinstellingen, overheid en ouders, gericht op het vroegtijdig signaleren van leerachterstanden en het bieden van adequate ondersteuning. Alleen dan kunnen we de negatieve gevolgen van zittenblijven voor zowel leerlingen als het onderwijssysteem minimaliseren.

De stijging van het aantal zittenblijvers is meer dan een statistische observatie; het is een signaal dat de aandacht en actie vereist. Een gezonde leeromgeving, die leerlingen in staat stelt hun potentieel te bereiken, moet de prioriteit zijn. De vraag is niet alleen hoeveel leerlingen zittenblijven, maar vooral waarom. Het vinden van het antwoord op die vraag is essentieel voor het ontwikkelen van effectieve oplossingen.