Wat is een regelmatig werkwoord en wat is een voorbeeld?

2 weergave

Regelmatige werkwoorden, ook wel zwakke werkwoorden genoemd, volgen een voorspelbaar patroon in de verleden tijd en het voltooid deelwoord. Ze krijgen een -te(n) of -de(n) uitgang in de verleden tijd en een ge- prefix met een -t of -d uitgang in het voltooid deelwoord, zoals bij werken - werkte - gewerkt.

Opmerking 0 leuk

Regelmatige Werkwoorden in het Nederlands

Werkwoorden zijn woorden die een handeling of gebeurtenis uitdrukken. In het Nederlands worden werkwoorden onderverdeeld in twee hoofdgroepen: regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Regelmatige Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden, ook wel zwakke werkwoorden genoemd, volgen een voorspelbaar patroon in de verleden tijd en het voltooid deelwoord. Ze krijgen de volgende uitgangen:

Verleden Tijd:

  • -te(n) voor werkwoorden die eindigen op een stemhebbende medeklinker (bijv. b, g, v)
  • -de(n) voor werkwoorden die eindigen op een stemloze medeklinker (bijv. t, p, f)

Voltooid Deelwoord:

  • ge- prefix + -t of -d uitgang

Voorbeeld:

  • Werkwoord: werken
  • Verleden Tijd: werkte
  • Voltooid Deelwoord: gewerkt

Nog meer voorbeelden:

  • Lopen – liep – gelopen
  • Lezen – las – gelezen
  • Kijken – keek – gekeken
  • Praten – praatte – gepraat

Belangrijk om te onthouden:

  • De uitgang -ten wordt gebruikt voor werkwoorden die eindigen op -len (bijv. spelen – speelde – gespeeld).
  • Werkwoorden die eindigen op een -e krijgen alleen een -te(n) uitgang in de verleden tijd (bijv. leven – leefde).