Wat moet een kind van 20 maanden kunnen zeggen?

De Spraakontwikkeling van een 20 Maanden Oude Peuter: Meer Dan Gewoon “Mama” en “Papa”

Een kind van 20 maanden: een energiebundel vol ontdekkingen, met een eigenzinnige wil en… een steeds groeiende woordenschat! Terwijl de ene 20-maander al hele zinnetjes debiteert, beperkt de ander zich misschien nog tot enkele losse woorden. Maar wat is nu eigenlijk een “normale” spraakontwikkeling op deze leeftijd? Laten we de mythe van de gemiddelde peuter even parkeren.

De waarheid is: er bestaat geen “gemiddeld” kind. De spraakontwikkeling is net zo uniek als het kind zelf. Waar de ene peuter op 20 maanden al een woordenschat van vijftig woorden of meer kan hebben, is een woordenschat van tien woorden voor een ander perfect normaal. De focus moet niet liggen op het aantal woorden, maar wel op de voortgang.

Wat kan een 20 maanden oude peuter wél verwachten te doen op het gebied van taal?

• Woordenschat: Zoals eerder gezegd, varieert de woordenschat enorm. Tussen de tien en vijftig woorden is een breed spectrum. Deze woorden omvatten vaak eenvoudige woorden zoals “mama,” “papa,” “auto,” “bal,” “melk,” en namen van vertrouwde personen of voorwerpen. Vergeet ook niet de gebaren! Kinderen gebruiken vaak gebaren om hun behoeftes en wensen te uiten, lang voordat ze de bijbehorende woorden beheersen.

• Woordcombinaties: Een belangrijke mijlpaal op deze leeftijd is het combineren van woorden tot korte zinnen. “Papa auto,” “Mama eten,” of “Bal weg” zijn voorbeelden van zulke vroege zinnen. Deze zinnen zijn vaak telegramstijl, dat wil zeggen dat de onbelangrijke woorden weggelaten worden.

• Begrijpen versus spreken: Onthoud dat het begrijpen van taal vaak vooruit loopt op het spreken ervan. Een 20 maanden oude peuter begrijpt waarschijnlijk veel meer dan hij of zij kan uitdrukken. Reageert uw kind op simpele instructies zoals “Geef mama de bal”? Dan is dat een goed teken!

• Imitatie: Kinderen in deze leeftijd imiteren graag. Herhaal woorden en zinnen, en u zult merken dat ze deze vaak proberen na te bootsen. Zingen en voorlezen draagt hier significant aan bij.

Wanneer zorgen maken?

Hoewel variatie normaal is, is het verstandig om contact op te nemen met een professional (huisarts of logopedist) als u zich zorgen maakt. Signalen om op te letten zijn:

• Een zeer beperkte woordenschat (minder dan 5 woorden) en geen pogingen tot woordcombinaties.
• Geen respons op simpele instructies.
• Moeilijkheden met het begrijpen van eenvoudige vragen.
• Opvallende achterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten.

Het belangrijkste is om uw kind te stimuleren en een liefde voor taal te kweken. Praat veel met uw kind, lees voor, zing liedjes, en speel spelletjes die de taalontwikkeling bevorderen. Elke stap, hoe klein ook, is een overwinning op weg naar een rijke en vloeiende taalvaardigheid. En vergeet niet: elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo!