Welke vakken tellen mee voor compensatie?

Welke vakken tellen mee voor compensatie? Een heldere uitleg

Het spijt ons te horen dat je je afvraagt of je bent geslaagd. De regels rondom compensatie kunnen ingewikkeld zijn, daarom leggen we het hier duidelijk uit. Het draait allemaal om de vraag: welke vakken tellen mee bij het bepalen of je genoeg punten hebt om een onvoldoende te compenseren?

Kort gezegd: compensatie is alleen mogelijk als je voldoende cijfers haalt op alle vakken behalve Engels, Nederlands en Wiskunde. Deze drie vakken, die we hierna ‘kernvakken’ noemen, worden apart beoordeeld.

De details:

• Voldoende cijfers: Om in aanmerking te komen voor compensatie, moet je minimaal een 6 hebben op alle vakken, met uitzondering van de kernvakken (Engels, Nederlands en Wiskunde). Een 5,5 is dus niet voldoende. Alle cijfers op de overige vakken moeten dus minimaal een 6 zijn.

• Kernvakken (Engels, Nederlands, Wiskunde): Hier gelden andere regels. Je mag maximaal één 5 halen op één van deze drie kernvakken. Haal je twee of meer onvoldoendes (cijfers lager dan een 6) op de kernvakken, dan ben je helaas gezakt, ongeacht je cijfers op de andere vakken. Compensatiepunten zijn in dit geval niet van toepassing.

Voorbeeld:

Stel je hebt de volgende cijfers:

• Nederlands: 5
• Engels: 7
• Wiskunde: 6
• Geschiedenis: 8
• Biologie: 7
• Frans: 6

In dit geval heb je één 5 op een kernvak (Nederlands). Omdat je geen andere onvoldoendes op de kernvakken hebt en je op alle andere vakken minimaal een 6 hebt behaald, kom je wellicht in aanmerking voor compensatie. Of je uiteindelijk slaagt, hangt dan af van het totale aantal behaalde punten en de geldende compensatieregels van jouw school of instelling. Neem hiervoor contact op met je docent of decaan.

Conclusie:

Focus je op het halen van minimaal een 6 op alle vakken buiten de kernvakken (Engels, Nederlands en Wiskunde). Voor deze kernvakken geldt een strengere eis: maximaal één 5 is toegestaan. Twee of meer onvoldoendes in deze vakken leiden direct tot een zakt-resultaat. Raadpleeg bij twijfel altijd je docent of decaan voor een duidelijke uitleg en de specifieke regels van jouw school of instelling.