Welke werkwoordsvormen zijn er in het Engels?

0 weergave

Origineel fragment:

Herschreven fragment:

In het Engels worden de volgende werkwoordsvormen gebruikt:

  • Past Perfect: had + voltooid deelwoord
  • Present Continuous: am/are/is + werkwoord (met -ing)
  • Past Continuous: was/were + werkwoord (met -ing)
  • Future Simple: will + hele werkwoord
Opmerking 0 leuk

De werkwoordsvormen in het Engels

In het Engels worden verschillende werkwoordsvormen gebruikt om verschillende tijdsaspecten en andere grammaticale functies uit te drukken. Hieronder staan de meest voorkomende werkwoordsvormen:

De tegenwoordige tijd (Present)

  • Present Simple: Hij/zij/het werkt (He/She/It works)
  • Present Continuous: Ik ben aan het eten (I am eating)

De verleden tijd (Past)

  • Past Simple: Hij/zij/het werkte (He/She/It worked)
  • Past Continuous: Ik was aan het eten (I was eating)
  • Past Perfect: Hij/zij/het had gewerkt (He/She/It had worked)

De toekomende tijd (Future)

  • Future Simple: Hij/zij/het zal werken (He/She/It will work)
  • Future Continuous: Ik zal aan het eten zijn (I will be eating)
  • Future Perfect: Hij/zij/het zal gewerkt hebben (He/She/It will have worked)

De voorwaardelijke wijs (Conditional)

  • Conditional I (Reëel): Ik zou werken als ik kon (I would work if I could)
  • Conditional II (Irreëel): Ik zou werken als ik kon (I would work if I knew how)
  • Conditional III (Irreëel van het verleden): Ik zou gewerkt hebben als ik gekund had (I would have worked if I had been able to)

De lijdende vorm (Passive Voice)

  • Present Passive: Het eten wordt gekookt (The food is being cooked)
  • Past Passive: Het eten werd gekookt (The food was cooked)
  • Future Passive: Het eten zal gekookt worden (The food will be cooked)

Deze werkwoordsvormen zijn essentieel voor het begrijpen en produceren van grammaticaal correct Engels. Door de juiste werkwoordsvorm te gebruiken, kunnen sprekers en schrijvers duidelijk over tijd, aspect en andere grammaticale functies communiceren.