Welke woorden moet je vermijden in scriptie?

2 weergave

Om de kwaliteit van je scriptie te verbeteren, vermijd je best vage of subjectieve bewoordingen en informeel taalgebruik. Door deze verboden woorden uit te bannen, verkrijgt je scriptie een formeler karakter, wat essentieel is in een academische context.

Opmerking 0 leuk

De Woordvijanden van je Scriptie: Weg met Vaagheid en Informeel Gezwets!

Een scriptie is het hoogtepunt van jarenlang studeren. Het is een academisch document dat je kennis, analysevermogen en schrijfstijl moet reflecteren. Om je scriptie de nodige impact en professionaliteit te geven, is het essentieel om bepaalde woorden en uitdrukkingen te vermijden. Deze woorden ondermijnen de helderheid en objectiviteit die van een academisch werk verwacht worden. Vermijd dus deze ‘woordvijanden’:

1. Vage en subjectieve bewoordingen:

  • “Goed,” “slecht,” “veel,” “weinig”: Deze woorden zijn te algemeen en geven geen concrete informatie. Zeg niet: “Het onderzoek verliep goed.” Zeg wel: “Het onderzoek werd binnen de gestelde tijd afgerond en leverde de beoogde resultaten op.” Wees specifiek en kwantificeer waar mogelijk.
  • “Interessant,” “belangrijk,” “opmerkelijk”: Deze adjectieven drukken een persoonlijke mening uit en missen academische objectiviteit. Leg uit waarom iets interessant, belangrijk of opmerkelijk is, in plaats van het enkel te beweren. Onderbouw je beweringen met feiten en argumenten.
  • “Enorme,” “gigantische,” “kleine”: Vermijd overdreven taalgebruik. Gebruik liever precieze cijfers of vergelijkingen om de omvang te illustreren.
  • “Ongeveer,” “rond de”: In een academisch werk streef je naar precisie. Gebruik concrete cijfers, tenzij een benadering inherent is aan de methode.

2. Informeel taalgebruik:

  • Contracties (bv. “kan niet,” “zou je”): Gebruik de volledige vorm (“kan niet,” “zou u”).
  • Afkortingen en slang: Schrijf woorden voluit, tenzij de afkorting algemeen bekend en geaccepteerd is binnen je vakgebied. Vermijd jargon dat niet voor iedereen begrijpelijk is. Leg eventueel onbekende termen uit.
  • Uitingen van persoonlijke mening zonder bronvermelding: Beweringen zoals “Ik vind…” of “Naar mijn mening…” zijn ongepast. Steun je argumenten op wetenschappelijke literatuur en betrouwbare bronnen.
  • Emotioneel geladen taal: Gebruik neutrale en objectieve taal. Vermijd woorden die een emotionele reactie oproepen, zoals “fantastisch,” “verschrikkelijk,” of “geweldig.”
  • Vulwoorden (bv. “euh,” “dus,” “wel”): Deze woorden verzwakken je tekst. Lees je werk hardop voor om ze te detecteren en te verwijderen.

3. Dubbelzinnigheden:

  • Pronomen zonder duidelijk antecedent: Zorg ervoor dat het altijd duidelijk is waar een voornaamwoord (hij, zij, het, ze) naar verwijst.
  • Vage formuleringen: Zorg voor heldere en precieze zinnen. Herlees je werk kritisch om dubbelzinnigheden te voorkomen.

Door deze woorden en uitdrukkingen te vermijden, zorg je voor een heldere, objectieve en professionele scriptie die de kwaliteit van je academisch werk weerspiegelt. Een scherpe, precieze schrijfstijl draagt bij aan de geloofwaardigheid en het succes van je scriptie. Onthoud: deze kleine details maken een groot verschil!