Kunnen hogescholen AI detecteren?

14 weergave
Hogescholen beschikken over AI-detectiemethoden om de eerlijkheid van studentenwerk te waarborgen en plagiaat te voorkomen. Dit gebeurt door middel van software die AI-gegenereerde teksten identificeert.
Opmerking 0 leuk

Kunnen hogescholen AI-gegenereerde teksten detecteren? Ja, maar…

De opkomst van krachtige AI-schrijftools zoals ChatGPT heeft de academische wereld opgeschud. De mogelijkheid om in korte tijd hoogwaardig ogende essays, papers en andere opdrachten te genereren, roept de vraag op: kunnen hogescholen AI-gegenereerde teksten detecteren en de academische integriteit beschermen? Het korte antwoord is: ja, maar het is complexer dan het lijkt.

Hogescholen en universiteiten maken steeds vaker gebruik van AI-detectiesoftware. Deze programma’s analyseren teksten op basis van diverse kenmerken die indicatief kunnen zijn voor AI-generatie. Deze kenmerken omvatten onder meer:

  • Statistische onregelmatigheden in zinsbouw en woordgebruik: AI-modellen hebben een voorspelbare manier van schrijven, die afwijkt van de meer idiosyncratische stijl van een mens. De software detecteert patronen in zinslengte, woordkeuze en syntaxis die wijzen op AI-generatie.
  • Gebrek aan nuance en diepgang: AI-gegenereerde teksten kunnen vaak oppervlakkige analyses en argumentaties bevatten, zonder de diepgang en originaliteit die van een menselijke auteur wordt verwacht.
  • Inconsistenties in stijl en toon: Een tekst geschreven door een mens kan in stijl en toon variëren, afhankelijk van het onderwerp en de context. AI-modellen hebben hier meer moeite mee, wat tot inconsistenties kan leiden.
  • Afwezigheid van persoonlijke ervaringen of anekdotes: Menselijke teksten bevatten vaak persoonlijke inzichten en anekdotes. AI-modellen missen deze persoonlijke touch, wat een rode vlag kan zijn.

Het is echter belangrijk te benadrukken dat geen enkele AI-detectiesoftware perfect is. Deze programma’s genereren een waarschijnlijkheidsscore, geen zekerheid. Een hoge score suggereert AI-generatie, maar het is mogelijk dat een menselijke tekst ten onrechte wordt gemarkeerd, bijvoorbeeld bij een student met een atypische schrijfwijze of bij teksten met een zeer formele stijl. Omgekeerd kunnen slimme studenten de teksten zodanig aanpassen dat ze de detectie omzeilen. De technologie is in constante ontwikkeling, net als de methoden om deze te omzeilen.

De inzet van AI-detectiesoftware is dus maar één onderdeel van een bredere aanpak om academische integriteit te waarborgen. Hogescholen moeten deze technologie combineren met andere methoden, zoals:

  • Mondelinge toetsen en presentaties: Deze methoden maken het moeilijker om AI te gebruiken voor het maken van opdrachten.
  • Verandering van opdrachttypen: Het focussen op creatieve, kritische of praktische opdrachten maakt het moeilijker voor AI om relevante antwoorden te genereren.
  • Open communicatie over AI en plagiaat: Studenten moeten duidelijk geïnformeerd worden over de risico’s van het gebruik van AI bij het schrijven van opdrachten.
  • Training van docenten: Docenten hebben training nodig om AI-gegenereerde teksten te herkennen en om effectief om te gaan met mogelijke gevallen van plagiaat.

Kortom, hogescholen gebruiken wel degelijk AI-detectie, maar het is een evoluerende technologie met beperkingen. Een multi-faceted aanpak, gericht op zowel detectie als preventie, is cruciaal om de academische integriteit te beschermen in het tijdperk van artificiële intelligentie.