Wat mag je niet invriezen?

De vrieskou trotseren: deze voedingsmiddelen kun je beter níet invriezen

De vriezer is een onmisbare bondgenoot in de keuken, perfect om restjes te bewaren en voedselverspilling tegen te gaan. Toch zijn er bepaalde etenswaren die de ijzige temperaturen minder goed verdragen. Invriezen verandert namelijk de structuur en soms zelfs de smaak van bepaalde producten. Wat kun je beter buiten de vrieskou houden?

Een belangrijke categorie die je beter niet invriest, zijn gefrituurde snacks. Denk aan knapperige frietjes, krokante loempia’s of goudbruine bitterballen. Het frituurproces zorgt voor een specifieke textuur die verloren gaat bij het invriezen. Na het ontdooien en opwarmen blijven slappe, zompige en vaak smakeloze hapjes over. De knapperige korst is verdwenen en de olieachtige smaak wordt vaak versterkt. Liever vers genieten dus!

Ook eieren, zowel rauw als gekookt, zijn geen geschikte kandidaten voor de vriezer. Het vloeibare gedeelte van het ei, met name de eidooier, zet uit bij bevriezing. Dit kan leiden tot barstende eierschalen, een rommelige vriezer en onbruikbare eieren. Gekookte eieren verliezen bovendien hun textuur en worden rubberachtig na het ontdooien. Uitzondering hierop is geklopt eiwit, dat wel ingevroren kan worden.

Verder is het af te raden om ongekookte aardappelen in te vriezen. Aardappelen bevatten van nature veel vocht. Bij het invriezen vormen zich ijskristallen die de celstructuur van de aardappel beschadigen. Na het ontdooien resulteert dit in een korrelige, melige en onsmakelijke massa. Gekookte aardappelen, verwerkt in bijvoorbeeld puree of stamppot, kunnen wel ingevroren worden, al kan de textuur iets veranderen.

Kortom, hoewel de vriezer een handig hulpmiddel is, is het belangrijk om te weten welke voedingsmiddelen er wel en niet in thuishoren. Door de juiste keuzes te maken, voorkom je teleurstellingen en voedselverspilling. Geniet optimaal van je eten door te kiezen voor verse bereiding of alternatieve bewaarmethoden waar mogelijk.