Welke doelspelen zijn er?

Doelspelen: Van leerwens naar leerdoel in de gymles floorball

Floorball, een snelle en dynamische sport, leent zich uitstekend voor doelspelen. Maar welke doelspelen zijn er nu precies, en hoe sluiten die aan bij zowel de leerdoelen van de docent als de leerwensen van de leerlingen? Dit artikel belicht de veelzijdigheid van doelspelen binnen floorball vanuit twee perspectieven: de vakdidactische blik van de docent en de belevingswereld van de leerling.

Vanuit docentperspectief draait het om het ontwikkelen van specifieke vaardigheden. Doelspelen worden strategisch ingezet om bijvoorbeeld passvaardigheid, schottechniek, positiespel en spelinzicht te verbeteren. Een simpele oefening als “3 tegen 2 naar de goal” kan al verschillende leerdoelen dienen. De docent kan de focus leggen op snel passen en bewegen zonder bal (voor aanvallers), of juist op verdedigende technieken zoals stickpositie en afschermen (voor verdedigers). De complexiteit van de oefening kan worden aangepast aan het niveau van de leerlingen. Denk aan het verkleinen of vergroten van het speelveld, het beperken van het aantal balcontacten, of het introduceren van specifieke spelregels. De docent analyseert constant de uitvoering en stuurt bij waar nodig. Hij of zij kijkt naar de spelprincipes en tactische keuzes, en koppelt deze terug naar de leerlingen.

Vanuit leerlingperspectief ligt de focus vaak op plezier en uitdaging. Leerlingen willen scoren, actieve betrokkenheid en een gevoel van competentie ervaren. Een docent kan hierop inspelen door doelspelen te kiezen die aansluiten bij de leerwensen van de leerlingen. Een voorbeeld: leerlingen geven aan dat ze graag willen werken aan hun schotkracht. In plaats van een standaard schootoefening, kan de docent een spelvorm introduceren waarbij schoten van buiten de cirkel extra punten opleveren. Dit stimuleert de leerlingen om te experimenteren met verschillende schottechnieken en tegelijk hun schotkracht te verbeteren. Een andere mogelijkheid is om leerlingen zelf doelspelen te laten bedenken en organiseren. Dit bevordert niet alleen hun creativiteit en spelinzicht, maar geeft hen ook meer eigenaarschap over het leerproces.

De kunst van een effectieve gymles floorball ligt in het vinden van de juiste balans tussen deze twee perspectieven. Door de leerwensen van de leerlingen te vertalen naar concrete leerdoelen en deze te integreren in uitdagende en gevarieerde doelspelen, creëert de docent een leeromgeving waarin leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen en tegelijkertijd plezier beleven aan de sport. Het continue afstemmen tussen docent- en leerlingperspectief is cruciaal voor een succesvolle en motiverende leerervaring.