Hoe weet je dat er een kuiken in het ei zit?

13 weergave
Vanaf dag 5-7 is met een ovoscoop te controleren of de eieren bevrucht zijn. Een klein, donker puntje, later omgeven door bloedvaatjes, duidt op een ontwikkelend kuiken. Onbevruchte eieren worden verwijderd om de broedruimte optimaal te benutten en infectierisico te minimaliseren.
Opmerking 0 leuk

Hoe weet je of er een kuiken in het ei zit?

Als je een broedmachine hebt ingesteld en eieren uitbroedt, is het belangrijk om te controleren of de eieren bevrucht zijn. Het uitbroeden van onbevruchte eieren is immers een verspilling van tijd en ruimte.

Met een ovoscoop, een apparaat dat helder licht door het ei laat schijnen, kun je vanaf dag 5-7 controleren of de eieren bevrucht zijn. Hier is hoe je dat doet:

  1. Houd het ei voorzichtig vast tegen de lamp. Draai het ei terwijl je het vasthoudt om alle kanten te kunnen zien.

  2. Zoek naar een klein, donker puntje. Dit puntje, de blastoderm, is het zich ontwikkelende embryo van het kuiken. Naarmate het embryo zich ontwikkelt, wordt het puntje groter en omgeven door bloedvaatjes.

  3. Als je geen donker puntje ziet, is het ei waarschijnlijk onbevrucht. Verwijder onbevruchte eieren uit de broedmachine om ruimte te besparen en het infectierisico te minimaliseren.

Het is belangrijk om de eieren voorzichtig te hanteren tijdens het ovoscopen. Vermijd schudden of te veel draaien, omdat dit het embryo kan beschadigen.

Door de eieren vanaf dag 5-7 te ovoscopen, kun je bevestigen welke eieren bevrucht zijn en welke niet. Dit helpt je om je broedruimte efficiënt te gebruiken en de kansen op gezonde kuikens te vergroten.