Wie plassen vaker, mannen of vrouwen?

Wie moet er vaker naar de wc: mannen of vrouwen?

De vraag of mannen of vrouwen vaker plassen, is complexer dan het lijkt. Hoewel er geen simpel ‘ja’ of ‘nee’ antwoord is, wijst de beschikbare informatie op een genuanceerd beeld. Het gaat niet alleen om de frequentie van plassen, maar ook om de onderliggende oorzaken en de eventuele problemen die hiermee gepaard gaan.

In Nederland hebben veel mensen te maken met plasklachten. Zo’n honderdduizend mensen worstelen met het legen van hun blaas. Opvallend is het verschil tussen mannen en vrouwen als het gaat om urineverlies. Ruim een miljoen vrouwen ervaren ongewild urineverlies, tegenover ongeveer een half miljoen mannen. Dit grote verschil suggereert dat vrouwen vaker te maken krijgen met aandoeningen die van invloed zijn op de blaascontrole.

Verschillende factoren spelen een rol bij de plasfrequentie. Bij vrouwen zijn zwangerschap en bevalling van grote invloed op de bekkenbodemspieren, wat kan leiden tot incontinentie. De menopauze kan eveneens bijdragen aan plasproblemen. Bij mannen vergroot de prostaat met de leeftijd, wat kan leiden tot een verhoogde plasfrequentie, vooral ‘s nachts.

Hoewel vrouwen dus vaker te maken hebben met urineverlies, is het niet per se zo dat ze vaker moeten plassen dan mannen. De frequentie van plassen hangt af van diverse factoren, zoals de vochtinname, individuele blaascapaciteit, gezondheidstoestand en medicijngebruik.

Concluderend kunnen we stellen dat vrouwen vaker kampen met plasproblemen, met name urineverlies. Of vrouwen daadwerkelijk vaker plassen dan mannen is echter niet eenduidig vast te stellen en hangt af van individuele omstandigheden. Het is belangrijk om bij aanhoudende of verergerende plasklachten een arts te raadplegen voor een juiste diagnose en behandeling.