Wat is het verschil tussen vaarbewijs 1 en 2?

Vaarbewijs 1 of 2: Welk vaarbewijs heb ik nodig?

De Nederlandse binnenwateren en kustwateren bieden een prachtige omgeving om te varen, maar voordat u kunt genieten van de vrijheid op het water, heeft u een vaarbewijs nodig. Twee belangrijke vaarbewijzen worden onderscheiden: Vaarbewijs 1 en Vaarbewijs 2. Maar wat is nu precies het verschil en welk vaarbewijs is geschikt voor uw vaarplannen?

Het belangrijkste verschil tussen Vaarbewijs 1 en Vaarbewijs 2 zit hem in het vaargebied. Vaarbewijs 1 is het instapniveau en beperkt uw vaargebied tot de kleinere binnenwateren. Denk hierbij aan rustige rivieren, kanalen en kleine meren waar de verkeersdrukte en de gevaren over het algemeen beperkter zijn. U kunt met Vaarbewijs 1 dus prima tochten maken op bijvoorbeeld de kleinere delen van de Maas, de Lek of het Amsterdam-Rijnkanaal.

Vaarbewijs 2 daarentegen opent de deuren naar een veel groter vaargebied. Met dit vaarbewijs mag u niet alleen op alle binnenwateren varen waar Vaarbewijs 1 voor nodig is, maar ook op de grotere binnenwateren zoals het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer. Bovendien geeft Vaarbewijs 2 u toegang tot de kustwateren, waaronder de Waddenzee, de Oosterschelde en de Westerschelde. Dit zijn gebieden met vaak hogere golven, sterkere stromingen en drukker scheepvaartverkeer, waardoor meer vaarvaardigheid en kennis van navigatie vereist zijn.

In het kort:

Het kiezen van het juiste vaarbewijs hangt dus volledig af van uw vaarambities. Gaat u alleen op rustige binnenwateren varen? Dan volstaat Vaarbewijs 1. Plant u echter tochten naar de grotere meren of de kustwateren, dan is Vaarbewijs 2 absoluut noodzakelijk. Onthoud dat het varen op grotere wateren en in kustgebieden inherent meer risico’s met zich meebrengt en dus een hogere mate van vaardigheid vereist. Kies daarom altijd het vaarbewijs dat overeenkomt met uw vaarervaring en de gebieden waar u wilt varen. Twijfelt u? Neem dan contact op met een erkende vaarschool voor advies.