Wat zijn de eisen voor een onrechtmatige daad als grondslag voor een vordering?

2 weergave

Voor een vordering wegens onrechtmatige daad moet sprake zijn van een onrechtmatige gedraging, toerekenbaarheid aan de dader, schade en een causaal verband tussen de gedraging en de schade. Een dergelijke vordering kan diverse vormen aannemen, zoals schadevergoeding, rectificatie of een verbod/gebod.

Opmerking 0 leuk

Wanneer is een daad onrechtmatig? De eisen voor een succesvolle vordering.

Een onrechtmatige daad kan leiden tot een gerechtelijke procedure waarin de benadeelde partij compensatie of andere maatregelen eist. Maar wanneer is een daad daadwerkelijk onrechtmatig in de ogen van de wet, en wat zijn de vereisten voor een succesvolle vordering? Laten we dieper ingaan op de vier cruciale elementen.

1. Onrechtmatige Gedraging:

Niet elke ongewenste handeling is per definitie onrechtmatig. De wet erkent drie categorieën onrechtmatigheid:

  • Inbreuk op een recht: Dit betreft de schending van een subjectief recht, zoals eigendomsrecht, auteursrecht of lichamelijke integriteit. Denk aan het beschadigen van iemands auto of het plagiëren van een tekst.
  • Strijd met een wettelijke plicht: Hierbij wordt gehandeld in strijd met een specifieke wettelijke bepaling. Voorbeelden zijn het rijden door rood licht of het overtreden van milieuwetgeving.
  • Strijd met het ongeschreven recht (zorgvuldigheidsnorm): Dit is een bredere categorie die betrekking heeft op maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag. De vraag is of iemand in dezelfde situatie met dezelfde kennis en kunde anders zou hebben gehandeld. Denk bijvoorbeeld aan het nalaten van hulpverlening bij een ongeval of het verspreiden van roddels die iemands reputatie schaden. De context speelt hier een belangrijke rol, waarbij factoren zoals de ernst van de mogelijke gevolgen en de voorzorgsmaatregelen die men redelijkerwijs kon treffen worden meegewogen.

2. Toerekenbaarheid:

De onrechtmatige gedraging moet toerekenbaar zijn aan de dader. Dit betekent dat de daad aan de dader kan worden verweten. Toerekening kan plaatsvinden op basis van schuld (verwijtbaarheid), de wet (bijvoorbeeld bij kinderen jonger dan 14 jaar zijn de ouders/voogden aansprakelijk) of risicoaansprakelijkheid (bijvoorbeeld voor dieren of gebrekkige zaken).

3. Schade:

Er moet sprake zijn van concrete schade. Deze schade kan zowel materieel (financiële schade, zoals reparatiekosten) als immaterieel (smartengeld, bijvoorbeeld bij pijn en verdriet) zijn. De schade moet aantoonbaar zijn en in beginsel ook vastgesteld kunnen worden.

4. Causaal Verband (oorzaak-gevolg):

Er moet een direct verband bestaan tussen de onrechtmatige gedraging en de geleden schade. De schade moet het gevolg zijn van de onrechtmatige handeling. Zonder de onrechtmatige gedraging zou de schade niet zijn ontstaan. Dit wordt ook wel de conditio sine qua non genoemd.

Rechtsmiddelen:

Als aan alle vier de voorwaarden is voldaan, kan de benadeelde partij verschillende rechtsmiddelen inzetten, zoals:

  • Schadevergoeding: De meest voorkomende vordering, gericht op het compenseren van de geleden schade.
  • Rectificatie: Een publieke correctie van onjuiste informatie die schade heeft toegebracht aan iemands reputatie.
  • Verbod/Gebod: Een rechterlijke uitspraak die de dader verbiedt om de onrechtmatige handeling te herhalen, of hem juist gebiedt om iets te doen (bijvoorbeeld het verwijderen van lasterlijke content).

Het succesvol claimen van schadevergoeding of andere rechtsmiddelen op basis van onrechtmatige daad is complex en vereist een zorgvuldige beoordeling van de specifieke omstandigheden. Het is daarom raadzaam om juridisch advies in te winnen.