Hoe zeg je sinaasappel?
Het woord sinaasappel wordt in het meervoud sinaasappelen of sinaasappels geschreven. De correcte uitspraak en spelling is dus afhankelijk van de context en de gewenste vorm. Het woord is samengesteld en kan worden afgebroken als si·naas·ap·pel.
Hoe spreek je ‘sinaasappel’ uit?
Het woord ‘sinaasappel’ kan zowel in het enkelvoud als in het meervoud worden gebruikt. De uitspraak en spelling verschillen afhankelijk van de vorm die je wilt gebruiken.
Enkelvoud: sinaasappel
- Uitspraak: [siˈnaːsɑpəl]
- Spelling: sinaasappel
Meervoud: sinaasappelen
- Uitspraak: [siˈnaːsɑpələ(n)]
- Spelling: sinaasappelen
Alternatieve spelling van het meervoud: sinaasappels
Naast ‘sinaasappelen’ is ook ‘sinaasappels’ een geaccepteerde spelling van het meervoud. De uitspraak blijft in beide gevallen hetzelfde.
Samenstelling van het woord ‘sinaasappel’
Het woord ‘sinaasappel’ is een samengesteld woord, bestaande uit de volgende delen:
- Si– (van het Chinese ‘szi’, wat ‘zoet’ betekent)
- Naas– (van het Chinese ‘na’, wat ‘zuid’ betekent)
- Appel (van het Latijnse ‘apellum’, wat ‘appel’ betekent)
Door deze delen samen te voegen, krijgt men het woord ‘sinaasappel’, wat letterlijk vertaald kan worden als “zoete appel uit het zuiden”.
Afbreking van het woord ‘sinaasappel’
Het woord ‘sinaasappel’ kan worden afgebroken als volgt:
- si·naas·ap·pel
Deze afbreking is met name handig bij het spellen of bij het zoeken naar het woord in een woordenboek.
#Dutch#Fruit#OrangeCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.