Is de marginale opbrengst gelijk aan de prijs?

0 weergave

In een markt van volkomen concurrentie ontvangt een ondernemer voor elk extra verkocht product exact de marktprijs. In tegenstelling hiermee, heeft een monopolist de macht om de prijs te beïnvloeden. Door de prijs aan te passen, verandert de afzet. Dit resulteert in een situatie waarin de opbrengst van een extra verkocht product niet langer gelijk is aan de oorspronkelijke prijs.

Opmerking 0 leuk

Is de marginale opbrengst gelijk aan de prijs? Een kwestie van marktmacht

De vraag of de marginale opbrengst (MO) gelijk is aan de prijs (P) is een cruciale vraag in de economie, die sterk afhankelijk is van de marktstructuur waarin een bedrijf opereert. Een eenvoudig antwoord is: niet altijd. In sommige markten is MO wel gelijk aan P, terwijl in andere markten dit zeker niet het geval is. Laten we de nuances van deze bewering eens nader bekijken.

In een markt van volkomen concurrentie is de stelling “marginale opbrengst gelijk aan prijs” waar. Een individuele aanbieder in een volkomen concurrerende markt heeft geen marktmacht. Hij is een price taker, wat betekent dat hij de marktprijs accepteert als gegeven. Of hij nu één extra eenheid verkoopt of niet, de prijs blijft ongewijzigd. De marginale opbrengst, de extra opbrengst gegenereerd door de verkoop van één extra eenheid, is dus gelijk aan de marktprijs. Als de marktprijs €10 is, genereert de verkoop van een extra product €10 extra opbrengst. De MO-curve is in dit geval horizontaal en gelijk aan de vraagcurve.

De situatie verandert drastisch in een markt met onvolkomen concurrentie, bijvoorbeeld een monopolie of oligopolie. Hier heeft een bedrijf wel marktmacht. Het kan de prijs beïnvloeden door de aangeboden hoeveelheid te veranderen. Als een monopolist de prijs wil verhogen, moet hij de hoeveelheid die hij aanbiedt verlagen om de vraag te behouden. Dit heeft tot gevolg dat de marginale opbrengst van het verkopen van een extra eenheid lager is dan de prijs van die eenheid.

Stel dat een monopolist een product verkoopt voor €20. Om een extra eenheid te verkopen, moet hij de prijs wellicht verlagen naar €19, niet alleen voor die ene extra eenheid, maar voor alle eenheden die hij verkoopt. De marginale opbrengst is dan niet €20, maar het verschil tussen de totale opbrengst vóór en ná de verkoop van de extra eenheid. Dit verschil is lager dan €19, aangezien de prijsverlaging op alle verkochte eenheden van invloed is. De MO-curve ligt in dit geval onder de vraagcurve en heeft een negatieve helling.

Kortom, de relatie tussen marginale opbrengst en prijs is niet universeel. In volkomen concurrerende markten zijn ze gelijk, reflecterend op het gebrek aan marktmacht van individuele aanbieders. In markten met onvolkomen concurrentie daarentegen, is de marginale opbrengst lager dan de prijs, omdat bedrijven de prijs moeten aanpassen om meer te verkopen, wat leidt tot een verlies aan opbrengst op reeds verkochte eenheden. De precieze relatie tussen MO en P hangt af van de vorm van de vraagcurve, die weer afhankelijk is van de elasticiteit van de vraag en de marktstructuur.