Hoe vervoeg je een werkwoord in het Duits?
In de tegenwoordige tijd van het Duits (Präsens) vervoeg je een werkwoord door de uitgang -en te verwijderen en de juiste persoonlijk voornaamwoord toe te voegen aan de stam. Bijvoorbeeld: voor de eerste persoon enkelvoud (ik) voeg je -e toe, voor de tweede persoon enkelvoud (jij) voeg je -st toe, enzovoort.
De Duitse werkwoordvervoeging: Een heldere uitleg
De Duitse werkwoordvervoeging kan beginners soms ontmoedigend lijken, maar met een systematische benadering wordt het snel beheersbaar. Dit artikel legt de basisprincipes van de tegenwoordige tijd (Präsens) uit, zonder te vervallen in ingewikkelde uitzonderingen die pas later aan bod komen.
De sleutel tot succes: de stam
De kern van de Duitse werkwoordvervoeging is de stam van het werkwoord. Deze vind je door de infinitief (de ‘ongeconjugeerde’ vorm van het werkwoord, bijvoorbeeld sprechen – spreken) van de uitgang ‘-en’ te ontdoen. De stam van sprechen is dus sprech.
Persoonlijke voornaamwoorden en uitgangen:
Vervolgens voeg je aan deze stam de juiste uitgang toe, afhankelijk van het persoonlijk voornaamwoord:
Persoonlijk Voornaamwoord | Uitgang | Voorbeeld (sprech-) | Betekenis |
---|---|---|---|
ich (ik) | -e | spreche | ik spreek |
du (jij) | -st | sprechst | jij spreekt |
er/sie/es (hij/zij/het) | -t | sprecht | hij/zij/het spreekt |
wir (wij) | -en | sprechen | wij spreken |
ihr (jullie) | -t | sprecht | jullie spreken |
sie/Sie (zij/u) | -en | sprechen | zij/u spreken |
Let op de gelijkenis en het verschil:
Merk op dat de uitgangen voor de derde persoon enkelvoud (er/sie/es) en de tweede persoon meervoud (ihr) hetzelfde zijn: ‘-t’. Het onderscheid moet gemaakt worden door de context. Ook de eerste en derde persoon meervoud (wir en sie/Sie) gebruiken dezelfde uitgang ‘-en’. Ook hier is de context essentieel. Het verschil tussen Sie (formeel ‘u’) en sie (informeel ‘zij’) zit hem in de hoofdletter.
Een ander voorbeeld:
Laten we het werkwoord machen (maken) nemen. De stam is mach. De vervoeging in de tegenwoordige tijd ziet er dan zo uit:
Persoonlijk Voornaamwoord | Vervoeging | Betekenis |
---|---|---|
ich (ik) | mache | ik maak |
du (jij) | machst | jij maakt |
er/sie/es (hij/zij/het) | macht | hij/zij/het maakt |
wir (wij) | machen | wij maken |
ihr (jullie) | macht | jullie maken |
sie/Sie (zij/u) | machen | zij/u maken |
Vergeet niet de onregelmatige werkwoorden!
Dit zijn de basisregels. Het Duits kent echter ook onregelmatige werkwoorden, die zich niet aan deze regels houden (bijvoorbeeld sein – zijn, haben – hebben). Deze moeten apart geleerd worden. Maar met deze basis kun je al een groot deel van de Duitse werkwoorden vervoegen! Succes!
#Duits Werkwoord#Duitse Grammatica#Werkwoord VervoegenCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.