Hoe vervoeg je een werkwoord in het Duits?

6 weergave

In de tegenwoordige tijd van het Duits (Präsens) vervoeg je een werkwoord door de uitgang -en te verwijderen en de juiste persoonlijk voornaamwoord toe te voegen aan de stam. Bijvoorbeeld: voor de eerste persoon enkelvoud (ik) voeg je -e toe, voor de tweede persoon enkelvoud (jij) voeg je -st toe, enzovoort.

Opmerking 0 leuk

De Duitse werkwoordvervoeging: Een heldere uitleg

De Duitse werkwoordvervoeging kan beginners soms ontmoedigend lijken, maar met een systematische benadering wordt het snel beheersbaar. Dit artikel legt de basisprincipes van de tegenwoordige tijd (Präsens) uit, zonder te vervallen in ingewikkelde uitzonderingen die pas later aan bod komen.

De sleutel tot succes: de stam

De kern van de Duitse werkwoordvervoeging is de stam van het werkwoord. Deze vind je door de infinitief (de ‘ongeconjugeerde’ vorm van het werkwoord, bijvoorbeeld sprechen – spreken) van de uitgang ‘-en’ te ontdoen. De stam van sprechen is dus sprech.

Persoonlijke voornaamwoorden en uitgangen:

Vervolgens voeg je aan deze stam de juiste uitgang toe, afhankelijk van het persoonlijk voornaamwoord:

Persoonlijk Voornaamwoord Uitgang Voorbeeld (sprech-) Betekenis
ich (ik) -e spreche ik spreek
du (jij) -st sprechst jij spreekt
er/sie/es (hij/zij/het) -t sprecht hij/zij/het spreekt
wir (wij) -en sprechen wij spreken
ihr (jullie) -t sprecht jullie spreken
sie/Sie (zij/u) -en sprechen zij/u spreken

Let op de gelijkenis en het verschil:

Merk op dat de uitgangen voor de derde persoon enkelvoud (er/sie/es) en de tweede persoon meervoud (ihr) hetzelfde zijn: ‘-t’. Het onderscheid moet gemaakt worden door de context. Ook de eerste en derde persoon meervoud (wir en sie/Sie) gebruiken dezelfde uitgang ‘-en’. Ook hier is de context essentieel. Het verschil tussen Sie (formeel ‘u’) en sie (informeel ‘zij’) zit hem in de hoofdletter.

Een ander voorbeeld:

Laten we het werkwoord machen (maken) nemen. De stam is mach. De vervoeging in de tegenwoordige tijd ziet er dan zo uit:

Persoonlijk Voornaamwoord Vervoeging Betekenis
ich (ik) mache ik maak
du (jij) machst jij maakt
er/sie/es (hij/zij/het) macht hij/zij/het maakt
wir (wij) machen wij maken
ihr (jullie) macht jullie maken
sie/Sie (zij/u) machen zij/u maken

Vergeet niet de onregelmatige werkwoorden!

Dit zijn de basisregels. Het Duits kent echter ook onregelmatige werkwoorden, die zich niet aan deze regels houden (bijvoorbeeld sein – zijn, haben – hebben). Deze moeten apart geleerd worden. Maar met deze basis kun je al een groot deel van de Duitse werkwoorden vervoegen! Succes!