Hoe herken je een zwak ww in het Duits?

13 weergave
Zwakke werkwoorden in het Duits herken je aan hun regelmatige vervoegingen in de tegenwoordige en verleden tijd. De stam van het werkwoord krijgt vaste uitgangen toegevoegd. Het voltooid deelwoord wordt gevormd door ge + de stam + t.
Opmerking 0 leuk

Zwakke werkwoorden herkennen in het Duits

Zwakke werkwoorden zijn in het Duits werkwoorden die in de tegenwoordige tijd en verleden tijd regelmatig vervoegd worden. Dit betekent dat de stam van het werkwoord vaste uitgangen krijgt toegevoegd. Het voltooid deelwoord wordt gevormd door “ge” toe te voegen aan de stam plus “t”.

Kenmerken van zwakke werkwoorden:

  • Tegenwoordige tijd:

    • Eerste persoon enkelvoud: -e
    • Tweede persoon enkelvoud: -st
    • Derde persoon enkelvoud: -t
    • Eerste persoon meervoud: -en
    • Tweede persoon meervoud: -t
    • Derde persoon meervoud: -en
  • Verleden tijd:

    • Alle personen: -te
  • Voltooid deelwoord:

    • “ge” + stam + “t”

Voorbeeld:

Het werkwoord “machen” (doen) is een zwak werkwoord.

  • Tegenwoordige tijd:

    • ik: mache
    • jij: machst
    • hij/zij/het: macht
    • wij: machen
    • jullie: macht
    • zij: machen
  • Verleden tijd:

    • Alle personen: machte
  • Voltooid deelwoord:

    • gemach

Tips voor het herkennen van zwakke werkwoorden:

  • Controleer of het werkwoord in de verleden tijd eindigt op “-te”.
  • Controleer of het voltooid deelwoord begint met “ge” en eindigt op “-t”.
  • Raadpleeg een woordenboek of grammaticaboek voor bevestiging.

Belangrijk:

Niet alle werkwoorden in het Duits zijn zwak. Er zijn ook sterke en onregelmatige werkwoorden die afwijkende vervoegingen hebben. Daarom is het belangrijk om de vervoegingen en het voltooid deelwoord van elk werkwoord te leren.