Wat zijn de vervoegingen van IR?

19 weergave
De vervoegingen van het werkwoord gaan (ir) in het Spaans zijn: yo voy, tú vas, usted va, él/ella va, nosotros vamos, vosotros vais, ustedes van, ellos/ellas van.
Opmerking 0 leuk

Wat zijn de vervoegingen van “ir”?

“Ir” is een onregelmatig werkwoord in het Spaans en heeft dus unieke vervoegingen voor elke persoon en tijd. De tegenwoordige tijd (presente de indicativo) is als volgt:

Persoon Vervoeging
Yo Voy
Vas
Usted Va
Él/Ella Va
Nosotros Vamos
Vosotros Vais
Ustedes Van
Ellos/Ellas Van

Voorbeelden:

  • Yo voy a la tienda. (Ik ga naar de winkel.)
  • Tú vas a la escuela. (Jij gaat naar school.)
  • Usted va al trabajo. (U gaat naar het werk.)
  • Él va al cine. (Hij gaat naar de film.)
  • Nosotros vamos al parque. (Wij gaan naar het park.)
  • Vosotros vais de compras. (Jullie gaan winkelen.)
  • Ustedes van a la iglesia. (Jullie gaan naar de kerk.)
  • Ellos van al hospital. (Zij gaan naar het ziekenhuis.)

Belangrijke opmerkingen:

  • “Vosotros” en “ustedes” zijn de meervoudsvormen voor “tú” en “usted”.
  • “Usted” is de formele aanspreekvorm, die wordt gebruikt bij het aanspreken van ouderen, personen met gezag of mensen die we niet kennen.
  • Bij het vervoegen van “ir” voor de eerste persoon enkelvoud (“yo”) valt de “r” weg.

Door deze vervoegingen te kennen, kun je correct aangeven wanneer je “gaat” in het Spaans, ongeacht de persoon of het aantal personen waarnaar je verwijst.