Waarom blijft een voorwerp drijven of zinken?

Waarom drijft een voorwerp of zinkt het?

Wanneer je een voorwerp in een vloeistof plaatst, zal het drijven of zinken. Dit hangt af van de verhouding tussen de opwaartse Archimedeskracht en de zwaartekracht op het object.

Archimedeskracht

De Archimedeskracht is een opwaartse kracht die wordt uitgeoefend op een object dat in een vloeistof is ondergedompeld. Deze kracht is gelijk aan het gewicht van de vloeistof die wordt verplaatst door het object.

Dichtheid

De dichtheid van een object is de massa per volume. Dichtheid wordt gemeten in kilogram per kubieke meter (kg/m³). Een object met een hogere dichtheid is zwaarder dan een object met een lagere dichtheid, terwijl ze hetzelfde volume hebben.

Drijfvermogen

Of een object drijft of zinkt, hangt af van of de opwaartse Archimedeskracht groter is dan de zwaartekracht. Als de Archimedeskracht groter is dan de zwaartekracht, zal het object drijven; anders zinkt het.

Voorwaarde om te drijven

Een object zal drijven als de gemiddelde dichtheid van het object lager is dan de dichtheid van de vloeistof. Dit betekent dat het object minder weegt dan het volume vloeistof dat het verplaatst.

Voorwaarde om te zinken

Een object zal zinken als de gemiddelde dichtheid van het object hoger is dan de dichtheid van de vloeistof. Dit betekent dat het object meer weegt dan het volume vloeistof dat het verplaatst.

Voorbeelden

• Een boot drijft op water omdat de gemiddelde dichtheid van de boot lager is dan de dichtheid van water.
• Een steen zinkt in water omdat de gemiddelde dichtheid van de steen hoger is dan de dichtheid van water.