Waarom kookt water bij 100 graden?

0 weergave

De kooktemperatuur van water is geen absolute constante, maar afhankelijk van de heersende druk. Standaard kookt water bij 100 graden Celsius, maar bij hogere druk, zoals in een snelkookpan, wordt de kooktemperatuur hoger. Dit principe maakt het mogelijk voedsel sneller te garen doordat het bij een hogere temperatuur kookt.

Opmerking 0 leuk

De magische 100 graden: Waarom kookt water (niet altijd) bij deze temperatuur?

We leren het al vroeg: water kookt bij 100 graden Celsius. Deze schijnbaar onwrikbare wetmatigheid is echter een vereenvoudiging. De kooktemperatuur van water is namelijk geen vaststaand gegeven, maar een dans tussen watermoleculen en de druk die op hen wordt uitgeoefend. Die 100 graden geldt alleen bij een specifieke druk: de normale atmosferische druk op zeeniveau.

Wat gebeurt er dan precies bij het kookpunt? Verhitten we water, dan krijgen de moleculen steeds meer energie en bewegen ze heviger. Uiteindelijk krijgen ze genoeg energie om de aantrekkingskracht tussen elkaar te overwinnen en over te gaan van vloeistof naar gas, oftewel: ze verdampen. Normaal gesproken gebeurt dit alleen aan het wateroppervlak. Bij het kookpunt echter, ontstaat er overal in de vloeistof damp. We zien dan de karakteristieke belletjes ontstaan: waterdamp die opstijgt en ontsnapt.

De omgevingsdruk speelt hierbij een cruciale rol. Een hogere druk duwt als het ware de watermoleculen dichter bij elkaar. Ze hebben dan méér energie nodig om aan de vloeistoffase te ontsnappen en damp te vormen. Dit betekent dat de kooktemperatuur stijgt. Een goed voorbeeld is de snelkookpan. Door de afgesloten ruimte bouwt zich binnenin een hogere druk op. Het water kookt daardoor niet bij 100 graden, maar bij een hogere temperatuur, soms wel 120 graden. En omdat het voedsel bij een hogere temperatuur kookt, is het sneller gaar.

Omgekeerd geldt dat bij een lagere luchtdruk, zoals hoog in de bergen, de kooktemperatuur juist láger ligt. Daar kan water al bij 90 graden of minder koken. Dit verklaart waarom het langer duurt om bijvoorbeeld een ei te koken op grote hoogte: de temperatuur van het kokende water is lager, waardoor het kookproces trager verloopt.

Dus, hoewel we vaak spreken over “water kookt bij 100 graden”, is het nauwkeuriger om te zeggen dat water kookt bij 100 graden Celsius bij normale atmosferische druk. De werkelijke kooktemperatuur is een dynamisch gegeven, afhankelijk van de druk die op het water wordt uitgeoefend.