Wat zijn voorbeelden van sterke werkwoorden?

14 weergave
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die hun verleden tijd en voltooid deelwoord vormen door de stam te veranderen. Voorbeelden zijn zingen, zongen, gezongen; lopen, liepen, gelopen; en kijken, keken, gekeken. Lezen, las, gelezen is een voorbeeld van een zwak werkwoord.
Opmerking 0 leuk

Sterke werkwoorden: kenmerken en voorbeelden

In de Nederlandse taal onderscheiden we sterke en zwakke werkwoorden. Sterke werkwoorden vormen hun verleden tijd en voltooid deelwoord door een wijziging in de stam van het werkwoord. Hierbij verandert de klinker in de stam en/of wordt er een medeklinker toegevoegd.

Kenmerken van sterke werkwoorden

  • Ze ondergaan een klinker- of medeklinkerverandering in de stam bij het vormen van de verleden tijd en het voltooid deelwoord.
  • De verleden tijd en het voltooid deelwoord hebben een andere klinker dan de stam.
  • Ze eindigen over het algemeen niet op “-en” in de tegenwoordige tijd.

Voorbeelden van sterke werkwoorden

Werkwoord Tegenwoordige tijd Verleden tijd Voltooid deelwoord
Zingen zingt zong gezongen
Lopen loopt liep gelopen
Komen komt kwam gekomen
Breken breekt brak gebroken
Spreken spreekt sprak gesproken
Vinden vindt vond gevonden
Drinken drinkt dronk gedronken
Beginnen begint begon begonnen
Werken werkt werkte gewerkt
Slapen slaapt sliep geslapen

Verschil met zwakke werkwoorden

In tegenstelling tot sterke werkwoorden, vormen zwakke werkwoorden hun verleden tijd en voltooid deelwoord door toevoeging van het achtervoegsel “-te” of “-de” aan de stam.

Voorbeeld van een zwak werkwoord

Werkwoord Tegenwoordige tijd Verleden tijd Voltooid deelwoord
Lezen leest las gelezen