Is wissen een sterk of zwak werkwoord?
Preteritum-present werkwoorden zoals dürfen, können, wissen zijn een interessante categorie. Ze passen niet netjes in de klassieke indeling sterk/zwak. Hun verleden tijd wordt weliswaar zwak gevormd, middels een –t uitgang. Echter, net als bij sterke werkwoorden, vertonen ze in de tegenwoordige tijd een klinkerwisseling tussen enkelvoud en meervoud.
Het raadsel van ‘Wissen’: Sterk, Zwak of een Eigen Categorie?
De Nederlandse taal, met haar rijke geschiedenis en soms onvoorspelbare regels, biedt taalkundigen en taalgebruikers continu interessante uitdagingen. Een van die uitdagingen ligt in de classificatie van werkwoorden, en in het bijzonder de vraag: is ‘wissen’ nu een sterk of een zwak werkwoord?
Traditioneel worden werkwoorden ingedeeld in sterke en zwakke categorieën op basis van de manier waarop hun verleden tijd wordt gevormd. Zwakke werkwoorden, de grote meerderheid in het Nederlands, gebruiken een tandrad, de -t(e)- of -d(e)- uitgang, om de verleden tijd te vormen. Denk aan ‘werken’ – ‘werkte’ of ‘spelen’ – ‘speelde’. Sterke werkwoorden daarentegen, gebruiken een klinkerwisseling in de stam van het woord om de verleden tijd en voltooid deelwoord te vormen. Voorbeelden hiervan zijn ‘zingen’ – ‘zong’ – ‘gezongen’ of ‘breken’ – ‘brak’ – ‘gebroken’.
Waar komt ‘wissen’ dan in dit plaatje terecht? Het werkwoord ‘wissen’, wat ‘weten’ betekent, vormt zijn verleden tijd simpelweg met een -t uitgang: ‘wist’. Op het eerste gezicht lijkt dit een duidelijk geval van een zwak werkwoord. Maar de complexiteit ligt dieper.
‘Wissen’ behoort tot een specifieke groep werkwoorden, vaak aangeduid als “preteritum-present werkwoorden”. Deze categorie omvat werkwoorden zoals dürfen, können, mogen, sollen, willen, en dus ook wissen. Wat deze werkwoorden zo bijzonder maakt, is hun hybride karakter.
Hoewel ze in de verleden tijd zwak worden vervoegd – dus met die vertrouwde -t uitgang – vertonen ze in de tegenwoordige tijd een kenmerk dat we juist van sterke werkwoorden kennen: een klinkerwisseling. Kijk maar eens:
- Ik weet
- Jij weet
- Hij/Zij weet
- Wij weten
- Jullie weten
- Zij weten
De klinker in de stam verandert van ‘ee’ in het enkelvoud naar ‘e’ in het meervoud. Dit is vergelijkbaar met sterke werkwoorden zoals ‘nemen’ (ik neem, wij nemen) of ‘geven’ (ik geef, wij geven).
Dus, is ‘wissen’ nu een sterk of een zwak werkwoord? Het antwoord is niet zo eenvoudig. ‘Wissen’ past niet netjes in één van de twee traditionele hokjes. Het combineert namelijk elementen van beide categorieën. De zwakke verleden tijdsvorming doet vermoeden dat het een zwak werkwoord is, maar de klinkerwisseling in de tegenwoordige tijd wijst op een sterke invloed.
Concluderend kunnen we stellen dat ‘wissen’ een complex en fascinerend werkwoord is dat de grenzen van de traditionele sterke/zwakke indeling overschrijdt. Het is een perfect voorbeeld van de levendigheid en de soms paradoxale aard van de Nederlandse taal, en een reminder dat sommige taalverschijnselen zich niet makkelijk laten vangen in rigide definities. ‘Wissen’ verdient daarom wellicht een eigen categorie: die van de “preteritum-present werkwoorden,” die de regels van de taal elegant trotseren.
#Grammatica#Tedesco#VerbiCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.