Wat is de werkwoordsvorm van zijn?

14 weergave
De werkwoordsvorm zijn in de tegenwoordige tijd is als volgt: ik ben, jij/je bent, hij/zij/het is, wij zijn, jullie/u zijn, zij/ze zijn.
Opmerking 0 leuk

Wat is de werkwoordsvorm van ‘zijn’?

Het werkwoord ‘zijn’ is een onregelmatig werkwoord dat wordt gebruikt om de toestand of het bestaan van iets aan te geven. Het heeft verschillende werkwoordsvormen, waaronder de tegenwoordige tijd.

Tegenwoordige tijd

In de tegenwoordige tijd heeft het werkwoord ‘zijn’ de volgende werkwoordsvormen:

  • Enkelvoud:
    • Ik ben
    • Jij/je bent
    • Hij/zij/het is
  • Meervoud:
    • Wij zijn
    • Jullie/u zijn
    • Zij/ze zijn

Voorbeelden:

  • Ik ben een student.
  • Jij bent mijn vriend.
  • Hij is de directeur.
  • Wij zijn een gezin.
  • Jullie zijn welkom.
  • Zij zijn blij.

Belangrijke opmerkingen:

  • Het werkwoord ‘zijn’ kan ook worden gebruikt als hulpwerkwoord om de lijdende vorm of de voltooid verleden tijd te vormen.
  • In formele taal wordt vaak de vorm ‘u bent’ gebruikt in plaats van ‘jij/je bent’.
  • De vervoeging van ‘zijn’ in andere werkwoordsvormen (zoals verleden tijd en toekomsttijd) is anders dan in de tegenwoordige tijd.